Interview Ruytinx blikt terug op woelig OHL-jaar: "Het zal ook dit seizoen warm worden in Luik"

Cédric De Volder in Oostende

Bjorn Ruytinx is een cultfiguur annex volksheld in Leuven. De 33-jarige aanvaller – die volgende week zijn verjaardag viert – is voorbestemd om die rol ook aan de Belgische kust te vervullen. Al blikt hij nog een laatste keer terug op een woelig jaar, een einde aan het tijdperk OHL en het incident met Mehdi Carcela.

Bjorn, eerst en vooral. Je hebt er negen seizoenen aan Den Dreef opzitten. Over het laatste jaar is veel gezegd en geschreven. Hoe blik je terug op die periode?

“Je wordt niet zomaar op handen gedragen, hé. Ik heb in al die jaren ook een pak mindere wedstrijden gespeeld. Maar wat de bovenhand neemt? Ik ga eerlijk zijn: het is een andere club geworden. De mensen van Heverlee hebben het volkse aan de kant geduwd. Alles is business en moet geld opbrengen.”

Het laatste jaar viel je bij momenten zelfs naast de kern…

“Ronny Van Geneugden heeft ook wel schuld aan het hele verhaal. Bij contractbesprekingen was er altijd ruzie. En ik had geen contract zoals Karel Geraerts of Logan Bailly, hé. Het ging over peanuts. Ik vind het dan ook jammer dat het altijd op die manier moest gaan.”

Hoe ging het er vorig seizoen nu echt aan toe in de Leuvense kleedkamer?

“De strubbelingen zijn opgeklopt naar de buitenwereld toe. Al geef ik toe dat er op stage opstootjes zijn geweest. Mohamed Messoudi en Logan Bailly hadden elkaar vast, Marvin Ogunjimi en ikzelf waren niet de beste vriendjes. Maar het grote probleem was dat Van Geneugden dat allemaal niet in de hand had. Een buitenlander mocht altijd te laat komen. Maar als wij dat probeerden, werden de boetes in het rond gegooid.”

Was het bij momenten niet frustrerend om als clubicoon constant in de schaduw te staan van zogenaamde vedetten?

“Nee, helemaal niet. Dat vond ik op geen enkel moment een probleem. Het is misschien cliché, maar ik heb altijd alles gegeven voor OHL. En dan is het natuurlijk extra jammer hoe het uiteindelijk is gelopen. De club mocht me op dinsdagavond bellen met de vraag om woensdagochtend naar een school of ziekenhuis te gaan en dat deed ik met veel plezier.”

Waren al die voormalige toppers er niet te veel aan? Was het niet té voor OHL?

“Het is een feit dat een club zoals OH Leuven, KVC Westerlo of KV Oostende geen kern van 32 spelers nodig heeft. Maar ik wil niet met modder gooien naar Karel, Mo of Logan. Meer zelfs: Bailly is een superkeeper die ook de komende maanden een pak punten zal pakken voor OHL. Ik vrees eerlijk gezegd dat de bestuurskamer stappen heeft overgeslagen. En zo kende ik die club helemaal niet.”

Tussendoor was er dan het incident met Mehdi Carcela. Hoe zwaar viel die periode?

“Ik heb serieus afgezien van die actie. Op een viertal dagen was ik zelfs zes kilo afgevallen. Het lukte me niet om iets te eten of drinken.  Maar ik kon er toch niets meer tegen beginnen, dus heb ik mijn leven opnieuw opgepikt. Ik heb in die periode alles gelezen wat over me gezegd en geschreven werd. Het werd me dan wel afgeraden, maar het was nodig om uit het dal te kruipen.”

Heb je iets geleerd uit die periode?

“Ik ben altijd recht voor de raap en heb geen geheimen. Maar destijds hebben enkele mensen van wie ik het niet verwachtte, me gepakt. Iedereen heeft een mening en iedereen denkt dat zijn mening de waarheid is, hé. Al ben ik wel van één iets zeker: het zal dit seizoen een warme avond worden in Luik. (lacht) Het zal bij Standard pittig worden.”

Tot slot, Bjorn. Volg je de prestaties van OHL nog steeds op de voet?

“Ja, natuurlijk. Ik ga zelfs zoveel mogelijk gaan kijken. Mijn hart ligt er nog steeds, hé. Een pak vrienden zitten daar nog steeds in de tribune, hé. Maar omgekeerd is het ook leuk. Er zijn toch wel een vijftiental Leuvenaren die een abonnement hebben genomen bij KV Oostende.”