Vanderbiest ontleedt nieuwkomers: "Als Ruytinx in de ploeg komt, gaat hij er niet meer uit"

Cédric De Volder in Oostende

The Kustboys tekenden afgelopen weekend misschien wel voor dé verrassing. Laat ons eerlijk zijn: wie had vorige week zijn geld durven inzetten op een 3-5-overwinning  voor KV Oostende? Maar dat is lang niet alles: zaterdag wordt in het Albertpark gestreden om de (voorlopige) leidersplaats in onze pintjesliga.

Het recept uit de kookboek van Fred Vanderbiest? Wel, dat is eigenlijk dezelfde beproefde methode van vorig seizoen: realisme, hard werk en vooral… leuk voetbal om naar te kijken. Al moet het gezegd: in het tussenseizoen werd de kleedkamer van KVO versterkt met een serieuze dosis ervaring.

Ruytinx is helemaal geen moeilijke jongen

“En dat was ook onze bedoeling”, dicteert Vanderbiest in een gesprek met Voetbalkrant.com. “De resultaten bewijzen trouwens ook dat ons werk loont, hé. Maar ik kijk niet naar personen. Het collectief primeert bij Oostende en dat zal nooit veranderen.”

Maar eventjes terug naar die kwaliteitsinjectie. John Jairo Ruiz doet het uitstekende op de flank, maar is wellicht na het seizoen weg. “Al zijn we er dit seizoen toch ook maar mooi in geslaagd om de huurlingen (Jordan Lukaku en Fernando Canesin Matos, nvdr.) definitief aan ons te binden”, geeft de oefenmeester tussendoor nog eventjes mee.

Twee opvallende namen dan weer op de bank van KVO: Bjorn Ruytinx en Carl Hoefkens. Levert dat geen moeilijkheden op? “Eigenlijk heeft iedereen een vertekend beeld van Bjorn”, legt Vanderbiest uit. “Maar dat is helemaal geen moeilijke jongen. Het is niet simpel om na tien jaar bij een club opeens te veranderen, hé. Maar moet ik eens iets vertellen? Als Ruytinx in de ploeg komt, zal hij er niet meer uit gaan.”

“Ik heb nooit gezegd dat een 4-4-2 geen optie is voor ons”, is de oefenmeester op dreef. “Ik ben na die verliespartij op het veld van Lierse SK verkeerd begrepen. Op dat moment was de groep niet klaar voor dat systeem. Maar dat wil niet zeggen dat het in de toekomst nooit het geval zal zijn.”

“Carl Hoefkens weet dan weer hoe de situatie in elkaar zit”, besluit Vanderbiest. “Hij weet dat hij klaar moet zijn als er centraal in de verdediging iemand uitvalt. Ondertussen houdt hij Baptiste Schmisser en Frédéric Brillant scherp, hé. En ook zijn invloed in de kleedkamer is natuurlijk niet te onderschatten.”