Donadoni kon niet beschikken over Gattuso, Buffon, Materazzi en Camoranesi. De meest verrassende naam bij de startende elf was Palladino: de aanvaller van Juventus zit bij zijn club vaak op de bank, maar kreeg van de bondscoach wel het vertrouwen.

Bij Portugal was het vooral uitkijken naar Ronaldo. Samen met Deco en Quaresma kon hij de Italiaanse gelegenheidsploeg pijn doen.

De Squadra Azzurri startte uitstekend: al na 5 minuten scoorde Pirlo, maar het doelpunt werd afgekeurd voor een onbestaande handsbal. Even later legde Oddo de bal uitstekend terug op Di Natale, maar de kleine aanvaller miste zijn schot. Portugal kwam na het kwartier beter in de wedstrijd: Bruno Alves zag zijn kopbal net over doel gaan en Makukula wist zijn schot net niet binnen het kader te krijgen. Kort voor het rustsignaal kwamen de Italianen op voorsprong: Grosso, na een halfuur in het veld gekomen voor de geblesseerde Zambrotta, zorgde voor de assist en Toni kon van dichtbij scoren, 1-0.

Scolari wisselde drie spelers bij het begin van de tweede helft: o.a. Meira en Nani kwamen in de ploeg. Italië profiteerde meteen van de herschikkingen bij de tegenstander: bij een vrije trap van Pirlo kon Cannavaro de bal licht deviëren, waardoor doelman Ricardo op het verkeerde been stond, 2-0. Donadoni wisselde ook enkele spelers, maar de Azzurri bleven vlot aanvallen: een schot van Palladino werd door Ricardo via de lat uit het doel gehouden. Portugal probeerde iets terug te doen: Amelia moest plat gaan op een schot van Ribeiro en Almeida kreeg een uitstekende voorzet van Ribeiro, maar kon niet profiteren. De aansluitingstreffer kwam er toch, in de 77e minuut: Quaresma benutte een voorzet van de rechterflank, 2-1. Twee minuten later was de marge weer twee doelpunten: de pas ingevallen Quagliarella legde met een volley de 3-1 eindstand vast.