In de regen van Innsbruck pakte Spanje in zijn openingsmatch een eenvoudige zege tegen Rusland. De ploeg van Hiddink liet zich met slap verdedigen en veel balverlies gewillig naar de slachtbank leiden. Met name Villa profiteerde optimaal, met drie goals.
De Spaanse bondscoach Aragonés koos op het middenveld voor Senna, Iniesta, Xavi en Silva en liet Fabregas en Xabi Alonso dus op de bank starten. Bij Rusland was de geschorste Arshevin de grote afwezige. In het openingskwartier bleef de wedstrijd vrij gesloten, met wat kleine dreiging aan beide kanten. Onder meer Silva, Semak, Torres en Villa toonden zich actief. Na die aftastende beginfase gaven de Russen (te) veel ruimte weg, waardoor de wedstrijd helemaal openbloeide. Het was niet lang wachten op de openingstreffer van Villa, die op aangeven van Torres makkelijk kon binnentikken. Na slap verdedigen ontsnapte Spanje aan een snelle tegengoal, toen een uitstekende poging van Zyryanov op de paal strandde. Aan de overkant bleef het spitsenduo Torres-Villa voor gevaar zorgen, maar doelman Akinfeev voorkwam een grotere achterstand voor de Russen. Tegen een controlerend Spanje kon de ploeg van Hiddink zelf voor weinig gevaar zorgen. Alleen voor Pavlyuchenko was het opletten. Voor het doel van Akinfeev bleven de Spaanse spitsen wel profiteren van de zwakke Russische verdediging en kort voor rust leidde dat tot de tweede treffer van Villa. Op aangeven van Iniesta dook de Valencia-spits perfect de ruimte in en werkte koelbloedig af.
Hiddink greep tijdens de rust in door een bleke Sychev te vervangen door Bystrov. De Russen begonnen goed aan de tweede helft en dat leverde enkele hete standjes op voor het doel van Casillas. Na enkele minuten in de tweede helft pakte ook Aragonés uit met een vroege wissel. Hij haalde verrassend Torres al naar de kant en bracht met Fabregas een extra middenvelder in. Ook na die wissel lieten de Spanjaarden het initiatief aanvankelijk over aan de Russen en speculeerden zelf op de counter. Op die manier bleef het team van Aragonés wel de gevaarlijkste ploeg, al werd Akinfeev in het vierde kwartier niet echt verontrust. De doelman moest daarna wel attent reageren op nieuwe dreiging van Villa en een goeie kopbal van Senna. Hiddink greep opnieuw in door de zwak ingevallen Bystrov naar de kant te halen voor Adamov. De Russen gingen echter steeds zwakker voetballen, tot groot jolijt van Villa. Na een goede pas van Fabregas trapte de goaltjesdief zijn derde tegen de netten, waardoor hij meteen Podolski aflost als topschutter van het tornooi. Pavlyuchenko, zowat de enige die op niveau presteerde bij de Russen, en nadat zijn afstandsschot eerst nog naast ging, kopte hij even later toch de eerredder binnen. Het team van Hiddink ging zowaar nog in zijn kansen geloven en Semak kwam zelfs nog dicht bij de 3-2. De vijfde goal van de wedstrijd viel in blessuretijd nog aan de overkant. Fabregas zorgde na een goede actie van uitblinker Villa met een kopbal voor de 4-1 eindstand.
De Spanjaarden zijn dus sterk begonnen aan het EK, al was het vooral het aanvallend compartiment dat goed presteerde. Villa bewees nog maar eens zijn dodelijke effciëntie en op basis van knap tikvoetbal speelde de ploeg van Aragonés quasi perfect countervoetbal. Toch is het nog te vroeg voor euforie in het Spaanse kamp, want op defensief vlak is er zeker nog ruimte voor verbetering. Rusland daarentegen stelde zwaar teleur en lijkt vooral de nodige maturiteit te missen om op dit niveau mee te spelen.