Interview Van Winckel: 'Onze blessurepreventie is top van Europa'
Foto: © SC
Volg Club Brugge nu via WhatsApp!
Voetbalkrant had een interview met Jan Van Winckel, assistent-trainer van Club Brugge. Van Winckel vertelt over zijn taak bij Club, de blessures van zijn spelers en de ambities voor het nieuwe seizoen.
Hoe ziet zo'n dag in het leven van Jan Van Winckel er eigenlijk uit?
" 's Morgens is de technische staf al rond acht uur aanwezig in het stadion. Dan stellen we een dagplanning op. Een halfuurtje later arriveren de geblesseerde spelers op de club. De medische staf en de ploegdokter zijn dan aanwezig. Zij bespreken vervolgens met de technische staf welke spelers kunnen trainen en wat de programma’s van de geblesseerde spelers zijn."
"Om 9u komen de andere spelers naar het stadion en om 9u15 begint dan de dagelijkse krachttraining. Na de training worden alle hartslagmeters uitgelezen en besproken met de technische staf. Rond 13 uur wordt er in het logegebouw met de spelers gegeten. Na het eten is er ruimte en tijd voor de spelers om te rusten of te ontspannen. Met de technische staf wordt dan het programma en de training besproken. In de namiddag wordt er dan nog eens getraind, en daarna worden alle verzamelde gegevens ingegeven in het BruLab - systeem."
"Ik ben met Club Brugge een project aangegaan van drie jaar. We hebben de krachttraining geïntegreerd, voedingssupplementen geïntroduceerd, videodatabanken opgesteld en we steken veel tijd in het opstellen van blessurepreventieschema's. Vorig jaar kregen we trouwens van de UEFA felicitaties omdat we op vlak van vermijdbare blessures tijdens training tot de top van Europa behoorden. Op vlak van vermijdbare enkel- en knieverstuikingen scoorden we zelfs het beste."
"We deden vorig jaar een studie en daaruit bleek dat Brugge een gemiddelde had van 4,5 onbeschikbare spelers per wedstrijd. Daarmee waren kwamen we op een negende plaats in de eerste klasse. Dat is niet goed vermits we met de professionele werking van Brugge steeds binnen de eerste twee moeten scoren. Als je echter het aantal onvermijdbare blessures meerekent, zie je dat Daerden (kraakbeen), Van Heerden (trap tegen knie), Demets (trap tegen scheenbeen) en Alacaraz maanden out waren met blessures waar zowel de technische als medische staf geen vat op had. Dan kom je al snel aan bijna vier onbeschikbare spelers per wedstrijd. Zonder dit hadden we een nog beter resultaat kunnen neerzetten."
"Net als iedereen bij de technische staf probeer ik zoveel mogelijk contact te houden met die jongens. Ik let erop dat er conditioneel voldoende wordt getraind. Voor de rest zijn die spelers in handen van de medische staf. Pas op het moment dat ze slagen in een aantal tests komen ze in handen van mij en de technische staf. We stellen dan een programma op zodat deze spelers zo goed mogelijk in de trainingen kunnen geïntegreerd worden. "
Club Brugge heeft met Laurent Ciman en Jeroen Simaeys heeft twee spelers op de Olympische Spelen in Peking. Heb je die spelers speciale richtlijnen meegegeven?
"Net voor hun vertrek hebben we uitgebreid contact gehad met de heer Nottaro. Met hem zijn de schema’s van onze spelers besproken. We kregen trouwens ook de melding dat beide spelers tot de beteren behoorden bij de tests die afgenomen waren."
"Net als bij andere spelers is de overstap naar Club Brugge niet altijd evident. Voor de ene speler gaat dat altijd wat gemakkelijker dan voor de andere. Maar over het algemeen zijn we gewoon tevreden met de conditie van de nieuwkomers. De voorbereiding moet volstaan om deze jongens op voldoende niveau te brengen.
"Op dit moment zitten we heel mooi op schema. Je moet weten dat elke voorbereiding het zoeken is naar een balans tussen belasting en belastbaarheid. Dat is balanceren op een dunne koord. Kijk naar alle topatleten. De meest kampen met overbelastingsletsels. Dit komt door het voortdurend streven naar conditionele verbetering, naar de grens van het toelaatbare. Het is niet zo moeilijk om een voorbereiding uit te tekenen waarbij er geen overbelastingsletsels zijn. De kans is dan echter klein dat je conditioneel progressie maakt. Vorig jaar bleek dat we vaak in de tweede helft (meer dan 70%) van de goals in de tweede helft maakten. Om dat te verwezenlijken, moet je elke dag keihard trainen,vaak op het randje van je fysieke vermogen."
Wat zijn jouw persoonlijke ambities?
"Mijn persoonlijke ambitie wordt het best verwoord door “Dies diem docet”. De dag leert de dag. Je bent nooit uitgeleerd. Ik heb het geluk gehad om bij Brugge steeds met heel competente mensen omringd te zijn zodat je elke dag kan leren en beter worden. Marc Degryse en Luc Devroe zijn schitterende managers met enorm veel competentie. Ook qua hoofdtrainers hebben Emilio Ferrera en Cedo Janevski een diepe indruk nagelaten. Jacky Mathijssen is absolute top. Hij zal als coach een knappe carrière maken. Daar ben ik van overtuigd. Dan hebben we nog mijn collega’s Dany Verlinden en Peter Balette. Dany bewijst met zijn doelmannen dat hij spelers kan beter maken. Hij heeft ook het voordeel dat hij veel ervaring heeft. Peter Balette tenslotte bewijst bij Brugge al het goede dat over hem verteld werd bij Heusden."
"De trainer hamert elke dag op ambitie, elke dag het beste uit jezelf willen halen. Wel, ik denk dat we dat doen. Brugge heeft enkele moeilijke jaren achter de rug. De kern is jong maar beloftevol. Ik denk dat we net als vorig jaar elke dag hard zullen werken en de volgende wedstrijd moeten proberen te winnen. Dan kom je al ver."
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief