Nadat Levante de wedstrijd in de heenronde had gewonnen, kende Real Madrid opnieuw een moeilijke dag tegen het stug verdedigende en goed counterende Levante.

Real, dat haar laatste zes wedstrijden in de competitie won, domineerde de eerste helft. De statistieken vertelden genoeg: 71% balbezit en elf hoekschoppen. Toch was het Levante dat na vijf minuten op voorsprong kwam. Een vrije trap werd aan de tweede paal in doel verlengd door Gustavo Cabral.

Toch liet Real Madrid zich niet van de wijs brengen. Hoewel men af en toe bibberde wanneer Arouna Kone (ex-Lierse) kon counteren, ging men rustig op zoek naar de verdiende gelijkmaker. Na enkele goede reddingen van Levante-keeper Munua op pogingen van Ronaldo en Higuain, moest hij zich uiteindelijk toch gewonnen geven. De Real-goal kwam er echter na een zeer dubieuze beslissing van de scheidsrechter: Iborra raakte de bal onvrijwillig met de hand en kreeg daarvoor zijn tweede gele kaart. Op de koop toe werd een strafschop toegekend, die feilloos werd omgezet door Cristiano Ronaldo: 1-1. Levante voelde zich bekocht. Het had daar geldige redenen voor, te meer omdat net voordien natrappen van Sergio Ramos maar met geel was bestraft.

In de tweede helft was Levante geen partij meer voor Real, dat sterk uit de startblokken schoot. Vrijwel meteen scoorde Ronaldo zijn 26ste treffer van het seizoen, na mooi voorbereidend werk van Higuain. Na 56 minuten was de partij definitief gespeeld. Met een prachtig afstandschot scoorde Ronaldo de 3-1. Koné kon nog tegenscoren voor Levante, maar Benzema nam daarna alle twijfels weg en zette de 4-2-eindstand op het bord.