Een gerestyled Barcelona kwam aan de aftrap met Bojan Krkic eenzaam in de spits. Messi, Gudjohnsen en Iniesta moesten voor de toevoer van passes zorgen. Een formule die onmiddellijk vruchten afwierp: Barça legde al na vijf minuten de talrijk opgekomen toeschouwers het zwijgen op. Lionel Messi scheurde de verdediging aan flarden en gaf Iniesta de 1-0 cadeau.

Espanyol kwam naarmate de eerste helft vorderde beter in de wedstrijd, maar het was opnieuw de bekendste van de twee stadsgenoten die telkens weer bijna tot scoren kwam. Vooral als Messi de bal vond, was het bibberen geblazen in de defensie van Espanyol. Verder maakten Krkic en Touré indruk.

Na de rust liet de thuisploeg meer van zich horen en was ze gevaarlijk via Albert Riera en Valdo. Barcelona kon het hoge tempo dat het zichzelf had opgelegd niet meer aan en Espanyol maakte gelijk. Ferran Corominas maakte optimaal gebruik van een voorzet van Riera.

Het momentum keerde volledig en Barcelona verloor de controle over de wedstrijd. Rijkaard bracht dan maar Ezquerro en voetbalwonder Ronaldinho in de ploeg. De Braziliaanse wereldbekerwinnaar bracht zijn team bijna terug op voorsprong, maar doeman Carlos Karmeni kon een vrije trap nog net over de lat tikken.

De wedstrijd bloedde langzaam maar gestaag dood, met af en toe nog een adrenaline-injectie van Messi, die bleef wegen op de thuisdefensie. Maar Espanyol overleefde het slotoffensief van de Argentijn en hield zo een al bij al verdiend punt thuis. [AN]