Reportage Busreis Lierse naar Virton: De terugreis (3/3)

Erik Huygens
| 0 reacties
Busreis Lierse naar Virton: De terugreis (3/3)
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

De wedstrijd is afgelopen. De motor van de bus ratelt. Iedereen is klaar om de onvermijdelijke terugreis aan te vatten...

21:50u
De wedstrijd zit erop. Met het nooit dovende vuur in het hart hebben de Lierse-fans de Ardense koude getrotseerd in het slome Virton. Opnieuw worden bakken pils uit de buik van de bus geplukt en naar boven verhuisd. Lierse heeft gelijkgespeeld. 2-2 werd het ondanks een 0-2 voorsprong aan de rust. Oude krijger Chris Janssens miste luttele minuten voor het einde van de wedstrijd een penalty en dé kans op 2-3. Het mocht niet zijn. Dit is voetbal. Voorspelbaarheid vermoordt vele dromen en wat is er mooier, maar helaas soms pijnlijk, dan de toekomst uiteindelijk nooit te kunnen lezen noch beheren.

“Komaan, mannen”, wuift Marco de prille ontgoocheling weg met zijn aanstekelijke Italiaans getinte flegmatiek. “Kop omhoog hé, we ‘zijn’ niet verloren op Virton!”

Marco, een rasechte Italiaan, geboren in Milaan maar sinds 1990 in België, laat deze puntendeling niet aan zijn hart komen en is ‘optimist tot in de kist’.

“Het is nu eenmaal zo, soms moet je dingen aanvaarden zoals ze op je afkomen”, zegt hij en mensen rondom hem kunnen zijn boutade slechts bevestigen met een trage knik van het hoofd.
“Lierse, wat een mooie club en wat een prachtige kleuren”, gaat Marco verder en ondertussen wijst hij met de gestrekte duim naar het t-shirt onder zijn modieuze vest.
“Maar in mijn hart leeft Internazionale, al van kindsbeen af ben ik een ‘intense’ Inter Milaan fan. Die kleur zit voor de rest van mijn leven in het bloed en zal samen met mij sterven.”

Steve volgt de levendige monoloog op de voet en zegt dat hij voor twee teams supportert in België; “Germinal Beerschot en Lierse.”
“Impossibile in Italië”, antwoordt Marco opgewonden. “Daar is slechts plaats voor één ploeg. Je blijft je ‘kleur’ trouw tot het einde van je leven. Mijn oude vader is al heel zijn leven Juventus supporter en mijn zoon is fan van (mondhoeken naar beneden getrokken, een gezicht vol afgrijzen) stadsgenoot AC Milan. Maar we respecteren elkaar. Respect en liefde zijn het hoogste goed. Zeker wat betreft je familie. Maar als mijn vader op zijn sterfbed als laatste wens aan mij zou vragen, ‘Marco, tesoro mio, wil je a.u.b. voor één keer ‘Hurra Juventus’ roepen zal ik hem liefdevol op het voorhoofd kussen, zijn hand stevig vastgrijpen en hem in het oor fluisteren; ‘Caro padre, dit kan je me niet vragen want dat kan ik niet doen en dat weet je... Per favore, vergeef mij!”

 
22:05u

De lange terugreis wordt nu echt aangevat. Vermoeide lichamen zakken wat dieper weg in de zachte zetels.

Ivan begint aan een zoveelste cheeseburger. Slechts éen iemand had op het pronostiekblad van Maurice 2-2 laten invullen. Ik ben blij dat mijn 2-1 eindscore niet ‘uitgekomen’ is. De eventuele winst had me, na ons knotsgekke gezamenlijke samenzijn, niet meer geïnteresseerd.

Een financiële compensatie voor te lang aanslepend emotioneel leed verzacht zelden de chronische geestespijn. Dit is wat deze Lierse-supporters nog steeds, zonder rancunes, trouw aan het afbetalen zijn. 
 
 
22:45u
De bus ‘geeft van jetje’. De terugrit gaat, zoals vaak, sneller dan de heenreis. Precies zoals de tijd van de mensen in de nazomer van hun leven zoveel sneller wegtikt dan die van de mensen in de lente van hun bestaan. Velen dommelen bijna in en Ivan, de innerlijke mens gesterkt en voldaan, slaapt en soms trilt zijn grijze snor tijdens het onregelmatig snorren van zijn ademhaling. Maar dat is buiten Rocky gerekend. Vooraan op de bus geeft hij, in ware karoke-stijl én a capella, het beste van zichzelf. Op amper zeven minuten tijd brengt hij een medley van 10 evergreens ten berde om pardoes achterover van te tuimelen. Iedereen is opnieuw wakker en er wordt, van de achterste zetels op de bovenverdieping tot op het drukbezette toilet, meegekeeld met ‘Rocking Rocky speedin’ up the highway.’
 
23:00u
De zingende wervelwind Rocky is opnieuw gaan liggen en buiten is het nevelig en het wegdek ligt er nu nat bij. Het spokenuur komt dichterbij. De gesprekken verlopen trager, af en toe wordt een woord ingeslikt of een zin onvolledig afgemaakt en in de bloeddoorlopen, waterige ogen leest men de eerste sporen van lichamelijke uitputting én de aanwezigheid van een rivier aan alcohol stromend in de aders. Soms telt de goedbedoelende mens zichzelf uit.
 
23:10u
Een eerste tussenstop op de terugweg. De laatste flesjes bier moeten eraan geloven. De bakken moeten geplunderd worden en sommigen lijken, in het licht van de parkinglantaarns, vervaarlijk veel op dronken wegwerppiraten. Op de donkere, mistige parking overheersen forse en van diep in de buik opborrelende Lierse-gezangen en andere geel-zwart georchestreerde liederen die opboksen tegen de snerpende kille wind waaieren verloren in de geluidloos binnengegleden wolken. Rijm rust op het grote grasveld en aanvriezende mist smakt zich tegen de roestige reling waartegen tal van wildplassers hun dringende ding, alweer, tot een goed einde brengen.
 
23:15u
We zijn weer weg. De doorgang en het tussenpad liggen bezaaid met lege bakken Jupiler en de ontgoocheling is grotendeels weggespoeld. Het interieur lijkt meer en meer op een doorleefd en doorrookt volkscafé op zaterdagavond.

Dave en Ivan hebben van plaats gewisseld. ‘Als Ivan ‘plein’ is verkiest hij aan het raam te zitten. Hij moet morgenochtend vroeg op. Dan kan zijn hoofd leunen en verstoren zijn voeten niet het gangpad als hij aan de kant van het raam zit,’ verduidelijkt Dave mij deze late, onvoorziene plaatswissel.
Dave zelf, sportief gebouwd en vlot in de omgang, speelt geen voetbal meer. Achtentwintig jaar is hij maar te veel blessures en kapotte knieën kraakten zijn ambities. Zijn broer, Ben (Van den Brandt) speelt in derde klasse bij KV Turnhout. Een zeer talentvolle jongen maar met helaas de verkeerde instelling en mentaliteit. In zijn hoofd staan nog wel wat kamers te huur. Aan de deur gezet bij Lierse en later ook bij SK Londerzeel ‘buitengekieperd’ omdat hij reeds voor KV Turnhout getekend had terwijl hij een lopend contract had bij de Klein-Brabanders, bewijzen de capriolen en nukkige grillen van een labiel talent.

“Je hebt sterke benen nodig om de wereld te dragen”, besluit Dave op een rigoureuze en belerende toon en niemand durft hem tegen te spreken.

“Ik denk”, vertrouwt Dave mij toe, “dat ik de enige ben op deze bus die nog geen enkele uitmatch van Lierse gemist heeft. Van een oefenpot in Alemannia Aachen tot een onvergetelijke reis met de TGV naar Bordeaux toen Lierse de fairplay gewonnen had en Europa mocht gaan verkennen. Zelfs de ‘kaartjesknipper’ feestte mee en lag daarna met zijn ‘kop in de pot’ en het leek alsof heel de TGV geel-zwart gekleurd was en in het zangerige geluid van de klaterende wielen – glimmend staal op een glinsterende bedding - kon men de naam ‘Lierse’ horen weerkaatsen en toen de sneltrein langsheen schitterende zuid-franse lavendelvelden en ontluikende zonnebloemweiden gleed dan besefte ik, diep weggemoffeld in mijn kwetsbare ziel, hoe sterk Lierse in mij leeft.”
In zijn fragmentarische verhaalkunst kiemt het zaad van een groots verteller denk ik bij mezelf.
“Ik ga overal mee naar toe met Lierse. Heb geen relatie en heb er geen behoefe aan. Lierse is mijn relatie. Elke week anders, elke keer een nieuw avontuur. Van ‘de berg’ op Deinze tot de grote gaten in het dak van de Bosuil waar het gewoon ‘binnenregent’ als het weer tegenzit, in alle stadions teken ik present. Lierse geeft een meerwaarde aan mijn leven en vraagt slechts weinig in de plaats terug. Enkel geduld en de belofte te blijven geloven en de hoop niet te laten varen.”

00:30u
Zondagochtend. Een nieuwe dag is geboren. Rocky ligt, naast mij, in een diepe slaap en aan de overkant snurkt ‘Mau Mau’ voor tien. De laatste ‘officiële’ tussenstop is voorzien in Machelen. De meesten blijven zitten, liggen en hangen.
Uitgeteld tegen de touwen na een gevecht met zichzelf.
Men jaagt op windmolens – geesten uit het verleden- maar men ontbeert de wapens ze onschadelijk te maken.
“Lierse is niet dood”, roept een anonieme stem van boven, “Lierse ligt enkel in een diepe slaap! Het is slechts wachten op de dag van het grote ontwaken.”

Buiten is het minder koud en we zijn terug in de meer ‘bewoonde’ wereld. De cirkel is bijna rond. We komen in de buurt van Mechelen en Didi trekt de neusvleugels op, gaat even vol op het gaspedaal staan, balt de vuisten rond het stuur en ruikt de heerlijke geur van zijn stal. Dit is zijn moment. Hij roept de naam van de ploeg van zijn hart doorheen de intercom en het wordt hem van harte gegund. Mensen hebben, vaak zonder het zelf te beseffen, zoveel dingen gemeen.
 
01:00u
We rijden door Duffel en Maurice, opnieuw wakker maar met de bril op half zeven en ogen draaiend van de 3 naar de 9, tuurt door het aangeslagen raam. Hij houdt zijn trillende handen horizontaal boven de wenkbrauwen en speurt de donkere Duffelse einder af. Stefanie staat niet op hem te wachten vannacht. Maurice glimlacht gelaten en zet, als tegenoffensief en troost, een zoveelste flesje Jupiler aan de lippen en zijn bril af.
 
01:05u
Laatste (officieuze) plaspauze op de Ring van Lier. Het is prettig en opwindend in de berm te ‘pissen’ op enkele meters van een politiecombi.
 
01:15u
Aankomst bij ‘den Bierkelder’. Het ambulante ‘zuipcafé’ wordt deskundig ontmanteld. Het lijkt een illegale brouwerij bij nacht en ontij. Het is altijd spannend van de verboden vrucht te proeven.
 
01:25u
We arriveren aan café ‘Fagoempel’. Hier nemen de ‘Fagoempels’ afscheid van ‘De Pelikanen’ en van elkaar en zeggen niet ‘vaarwel’ maar tot de volgende keer. Het Zimmerplein baadt in een gloed van Lierse-kleuren. Het doet altijd deugd opnieuw thuis te komen.
 
01:50u
Hier links ‘woont’ café ‘De Pelikaan’ maar eerst zullen we, zoals de traditie het eist, twee ‘toeren’ rond de kerk rijden. Het is een plezant nachtelijk sight-seeing van het kleine Vremde door een geel-zwarte, beschonken bril. Ook ‘de Pelikanen’ zijn nu goed en wel thuisgebracht en daar wordt, hoe kan het anders, ‘nog ne leste op gedronken’.
 
02:00u
Boechout. Waar de reis begon eindigt hij nu ook. We zijn bijna 13 uur later. Als Didi, na eerst samen met Nonkel de bus opgeruimd en ontlast te hebben, stapt hij - alleen - opnieuw zijn bus op en legt hij, als een plichtbewust vader, behoedzaam en vol liefde, zijn ‘kindje’ te slapen in de grote slaapkamer van de garage om niet meer terug te keren. Nonkel is opgelost in het zwarte gat van de alom heersende tijd en ook Rocky lijkt weggezogen in een wormgat dat enkel Vlaamse schlagerzangers de doorgang verleent tussen twee dijenkletsende parallelle universums heen.
Het hart verkilt en het hoofd verzwaart als je alleen achterblijft. Niemand wil een wees zijn. Het is steeds een zaligmakend gevoel te weten dat er, ergens, iemand op je wacht. Ik zet de kraag van mijn versleten bruine jasje hoog in mijn nek en wandel, gelukkig, voldaan en dé boodschap begrepen, de prachtig verlichte en veelbelovende nacht tegemoet.


Auteur: E. Huygens
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

2e klasse

Nieuwste reacties