Interview Lorenzo Staelens: “Elk seizoen 15 keer met het vliegtuig naar Tokio”

Yves Brokken
| 0 reacties
Lorenzo Staelens: “Elk seizoen 15 keer met het vliegtuig naar Tokio”
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

Lorenzo Staelens heeft er als speler een fantastische carrière opzitten. Hij maakte heel wat mee: negen jaar Club Brugge, een bewogen transfer naar Anderlecht en twee WK’s. Maar in Japan trok hij pas echt zijn ogen open.

Lorenzo Staelens sloot zijn actieve loopbaan in 2001 af met een lucratieve transfer naar Oita. “Japan was allemaal nieuw”, vertelt Staelens exclusief aan Voetbalkrant.com. “Ik viel er van de ene verbazing in de andere. Oita voetbalde in de tweede klasse, maar had wel hetzelfde budget als Anderlecht. Maar praktisch was het vaak niet. We hadden twee trainingscomplexen en dat ene was wel dichtbij. Maar voor het andere moesten we anderhalf uur in de auto zitten. En dan nog eens terug.”

“Bovendien had ik voor alles een tolk nodig. Het viel eerst wel mee, omdat de club ook de Pool Kubica onder contract had. Daarmee kon ik wel eens babbelen. Maar na één maand was die weg, en toen bekroop de eenzaamheid me soms wel. Er was nog wel een buitenlander, maar met die Koreaan schoot ik niet veel op.”(lacht)

“Ik heb bij de club dan nog aangedrongen om Patrick Goots (onder meer ex-Antwerp, red.) te halen. Daar had ik me aan kunnen optrekken, maar die deal is uiteindelijk niet doorgegaan. In de plaats kwamen er twee Brazilianen bij. Daar stond ik nu niet op te wachten. De communicatie met hen verliep even vlot als met die Koreaan.”

“Ik heb bij Oita aangedrongen op de komst van Patrick Goots, maar die deal ging niet door. In de plaats kwamen twee Brazilianen. Daar stond ik nu niet op te wachten.”

“Toch zou ik een Japans avontuur iedereen aanraden. Het is iets dat je moet meemaken als je de kans krijgt. Er heerst een heel andere cultuur. Japan was voor mij echt een ontdekking. Ik verbleef op het verste eilandje, maar ben in Kyoto en Osaka geweest. Ik zat er ook vlak bij Tokio, amper twee uur vliegen. We hadden op één seizoen 21 verplaatsingen, daarvan waren er 15 naar Tokio. Telkens gingen we met het vliegtuig en verbleven er drie dagen. Het heeft door de enorme omvang een tijdje geduurd, maar ik heb de stad wel goed leren kennen.”

Hard en veel

“Langs de andere kant was Japan ook een hele aanpassing. Ze slurpen daar als ze noodles eten. Een verschrikkelijk geluid. Daar stond ik toch wel versteld van de eerste keer, maar ik wilde mij aanpassen aan hen en dus ging ik ook maar slurpen. Echt bizar. En als je ziek bent, geven ze je eerst een baxter. Pas daarna sturen ze je naar een dokter. Toen ik dat de eerste keer tegenkwam, heeft de tolk het toch wat lastig gehad met mij.”

“En ze hebben er ook eindeloos veel respect voor hun baas. Een gewone werkmens gaat er niet naar huis voor zijn baas naar huis gaat. Vertrekt die om vijf uur, dan is het personeel vijf minuten later ook allemaal weg. Maar blijft de baas tot negen uur doorwerken, dan gaat het personeel ook door tot na negen uur.”

En op het veld hebben ze ook een paar rare gewoontes. Iedereen gaat er voor de training begint een half uur lopen. Na de training weer van dat. Ze doen dat enkel om in de gunst van hun trainer te vallen. De filosofie is: hoe meer en harder trainen, hoe meer kans op spelen. Echt vreemde vogels, die Japanners.”

Gewaagde overgang

Staelens begon zijn loopbaan bij KV Kortrijk, maar verkaste al snel naar Club Brugge. Hij voetbalde er negen seizoenen en was uitgegroeid tot een blauwzwart boegbeeld. Toen koos hij echter voor aartsrivaal Anderlecht. “Ik wilde nog graag drie jaar voetballen, maar Club gaf me maar een contract voor twee seizoenen”, verklaart de Lorre zijn gewaagde transfer. “Toen ging ik kijken welke clubs me graag wilden, want er was wel wat interesse. Daar stak Anderlecht met kop en schouders bovenuit. Dan was de keuze snel gemaakt, want zij wilden me wel voor drie jaar vastleggen.”

“Die transfer heeft me veel rijper gemaakt als mens”, bedenkt de voormalige defensieleider. “Spijt heb ik zeker niet, ondanks de vele verwijten van Club-supporters. Ze noemden me verrader, lafaard en wat nog allemaal. Dat deed pijn. Op menselijk vlak was dat bijzonder hard, want ik had toch negen jaar lang met hart en ziel gevochten voor Club.”

“Ze noemden me bij Club verrader en lafaard. Op menselijk vlak was dat hard, want ik had toch negen jaar lang met hart en ziel gevochten voor Club.”

“Ik heb bij beide ploegen een succesperiode meegemaakt, dus daarop kan ik wel trots zijn. Vijf keer kampioen met Club Brugge, twee keer met Anderlecht. Met Club ook drie bekers en vijf Supercups en met Anderlecht ook nog eens de Supercup. Anderlecht was geen bekerploeg, maar er werd wel professioneler gewerkt en ook de structuur was er top. Men zegt wel eens dat Club familialer is, maar ik heb weinig verschil gemerkt met paars-wit. Club had Van Hove, Anderlecht Vanden Stock.”

Bij Anderlecht was de honger naar resultaten wel groter, herinnert Staelens zich. “We stonden op een bepaald moment voorlaatste in de stand. Op een dag kwam Verschueren in de kleedkamer. Hij klopte op tafel en zei dat er nog niets verloren was, dat we nog kampioen konden spelen. Die wil om te winnen was ontzettend. Hij eiste absoluut een Europees ticket. De druk was gigantisch, we stonden met het mes op de keel. Uiteindelijk zijn we na een geweldige eindspurt op twee punten van de titel gestrand.”

Amerika

“Het WK van 1994 in Amerika was echt ongelooflijk”, haalt Staelens een laatste item aan. “Ze zien er alles groots en dat was een hele ontdekking. De organisatie was er ook schitterend. De volle stadions, de uitgelaten sfeer en Nederland-België waren de absolute hoogtepunten van die trip. Alleen de wedstrijd tegen Saoedi-Arabië was een tegenvaller. En in de achtste finale tegen Duitsland werden we gewoon gekloot door die scheidsrechter. Dat was echt pech.”

“Frankrijk in ’98 was dan weer niks nieuws, omdat je daar al vaak geweest bent. Het is altijd fijner om ergens naartoe te kunnen waar alles nieuw is. Wat me bij blijft is natuurlijk de sterke wedstrijd tegen Nederland en de 2-0 voorsprong tegen Mexico in het snikhete Bordeaux. De rest van het toernooi was veel minder. En we hadden met drie punten ook niet genoeg voor de kwalificatie, een enorme ontgoocheling.”

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

EK

Nieuwste reacties