Italiaanse stadionnamen

Stadio Angelo Massimino (Catania): Sinds 2002 draagt het stadion van Catania de naam van Angelo Massimino. Massimino was in het verleden ruim 25 jaar lang voorzitter van de Italiaanse club.

Stadio Artemio Franchi (Siena en Fiorentina): Siena en Fiorentina spelen niet in hetzelfde stadion, maar beide thuishavens dragen wel de naam van dezelfde persoon: Artemio Franchi. Hij was in het verleden de voorzitter van de Italiaanse Voetbalbond en UEFA. Hij overleed in 1983 in de buurt van Siena.

Stadio Atleti Azzurri d’Italia (Atalanta): De huidige naam van het Atalantastadion verwijst naar de atletiekwedstrijden die er vroeger werden gehouden. Destijds was er namelijk een piste rond het veld van Atalanta.

Stadio di Friuli (Udinese): De thuisbasis van Udinese is vernoemd naar de regio waar het zich bevindt. Friuli Venezia Giula is een autonome regio in het noordoosten van Italië.

Stadio Grande Torino (Juventus en Torino): Omdat het Stadio Delle Alpi (verwijzend naar de Alpen) momenteel verbouwd wordt, spelen beide clubs uit Turijn hun thuiswedstrijden in het Stadio Grande Torino. Het stadion dankt zijn naam aan het succesteam van Torino dat in 1949 verongelukte bij een vliegtuigongeval.

Stadio Luigi Ferraris (Sampdoria en Genoa): In 1911 opende het Marassiastadion in Genoa zijn deuren. 22 jaar later werd het omgedoopt tot Stadio Luigi Ferraris. Ferraris was ooit nog aanvoerder van Genoa en streed ook mee in de Eerste Wereldoorlog. Zowel Sampdoria als Genoa spelen hun thuiswedstrijden in hetzelfde stadion. De matchen tussen beide teams staat ook bekend als de derby della Lanterna.

Stadio Marc’Antonia Bentegodi (Chievo): Het stadion van Chievo Verona dankt zijn naam aan Marcantonio Bentegodi. Hij overleed in 1873 en was in het verleden iemand die veel deed voor het sportleven in Verona. Hellas Verona werkt zijn thuiswedstrijden eveneens af in het Stadio Marc'Antonia Bentegodi, maar speelt al een tijdje niet meer in de Serie A.

Stadio Olimpico (AS Roma en Lazio): Zowel AS Roma als Lazio spelen hun thuiswedstrijden in het Stadio Olimpico. Het Olympisch stadion werd gebouwd voor de Olympische Spelen van 1960, vandaar de naam.

Stadio Oreste Granillo (Reggina): Het stadion van Reggina draagt de naam van Oreste Granillo. Hij is een voormalig voorzitter van de club en was tevens de persoon die Reggina voor het eerst in zijn bestaan naar de Serie B leidde.

Stadio Renato Dall’Ara (Bologna): De Belgen die het WK van 1990 meemaakten zullen het stadion van Bologna nog wel kennen. Daar maakte David Platt namelijk het doelpunt waardoor de Belgen uitgeschakeld werden door Engeland. Renato Dall’Ara was van 1934 tot 1964 voorzitter van Bologna.

Stadio Renzo Barbera (Palermo): Het stadion van Palermo kreeg in 2002 de naam RenzoBerbera mee. Dat is een gewezen voorzitter van de club.

Stadio San Paolo (Napoli): Ondanks dat het stadsbestuur van Napels al enkele malen heeft gevraagd om het stadion van Napoli te vernoemen naar ex-speler Diego Maradona, heet de thuishaven van de eersteklasser nog steeds Stadio San Paolo. De thuisbasis van Napoli dankt zijn naam aan de apostel Paulus. De meest legendarische wedstrijd die in het Stadio San Paolo gespeeld werd, was de halve finale op het WK van 1990 tussen Italië en Argentinië. Maradona trapte vanop de stip zijn land naar de finale.

Stadio Sant’Elia (Cagliari): De naam van het stadion van Cagliari verwijst naar Antonio Sant’Elia. Hij was eind negentiende, begin twintigste eeuw een Italiaans futuristisch architect.

Stadio via del Mare (Lecce): Het stadion van Lecce dankt zijn naam aan de nabijheid van de Adriatische en Ionische Zee. Lecce ligt helemaal in de hiel van Italië. Als we ‘mare’ van het Italiaans naar het Nederlands vertalen krijgen we namelijk ‘overzees’.