Interview Reza: "Ik heb liever geen stier op mijn rug"

Hoe blik je terug op de heenronde?

“We hebben een valse start gemaakt. De eerste wedstrijden waren moeilijk. We speelden niet slecht, maar we pakten geen punten. De laatste weken zijn we terug goed bezig.”

“De leukste herinnering van die eerste vijftien speeldagen is bijvoorbeeld die wedstrijd tegen Club Brugge. We stonden 0-3 achter en maakten toch nog gelijk. Ook afgelopen weekend was fantastisch toen we met 2-1 wonnen van OH Leuven.”

Wat mogen we nog van STVV verwachten?

“We hebben nu acht op vijftien, dat is positief. Onze trein is vertrokken. De ploeg begint steeds meer naar elkaar toe te groeien en het besef is er dat het belangrijk is om punten te pakken.”

Van welke ploegen ben je het meest onder de indruk?

“Anderlecht en Club Brugge. Dat zijn twee goeie ploegen die goed kunnen voetballen. Ook al zijn ze je tegenstander, na de wedstrijd besef je wat hun kwaliteiten zijn. Zeker Anderlecht heeft een mooi elftal. Ik heb genoten van hun niveau.”

Wie wordt volgens jou landskampioen?

“Ik ben niet zo’n gokker, dus ik zou er geen geld op inzetten. Maar het zal tussen Anderlecht en Club Brugge gaan.”

Durf je er geld op inzetten dat STVV in eerste klasse blijft?

“Sint-Truiden zal niet degraderen. Kijk naar ons elftal. We hebben gewoon een valse start gemaakt. De trein zal blijven rijden nu.”

Zaterdag staat Bergen op het programma. Wat weet je over die ploeg?

“Ze zijn goed aan het seizoen begonnen als promovendus. Maar nu hebben ze het toch iets moeilijker. Afgelopen weekend verloren ze nog van Westerlo (2-1). Hopelijk houden we de punten thuis.”

De topscorer van de Jupiler Pro League speelt bij de Draken. Jij hebt slechts drie doelpunten minder gemaakt, wil je die eerste plaats niet graag overnemen?

“Het is geen onderlinge match tussen mij en Jérémy Perbet, maar elf tegen elf. We gaan er natuurlijk alles aan doen om hem het scoren te beletten.”

“En die titel van topscorer hoef ik helemaal niet. Ik heb liever geen stier op mijn rug. Laat de verdediging van de tegenstanders maar letten op Perbet en niet op mij.”