Reportage Spanje rekent op de religie

De sporen van de Spaanse iniquisitie zijn nog altijd merkbaar in Antwerpen. De koekestad was ongetwijfeld de meest Spaanse in de Lage Landen en dankt de bijnaam Sinjoor (afgeleid van het Spaanse señor) aan de Spaanse overheersing.

Lozano

Ook anno 2010 is de Spaanse invloed in Antwerpen niet weg te denken. In het straatbeeld zijn de tapa- en cavabars legio aanwezig. En dat is niet alleen omdat wij het lekker vinden. De Spaanse gemeenschap blijft ruim vertegenwoordigd en heeft zelfs een eigen voetbalploegje in Hoboken: SD Andalucia.

 

Op de velden waar ooit nog Juan Lozano tegen een balletje trapte volgen we op een groot scherm de halve finale tussen La Furia Roja en de Mannschaft van Joachim Löw, een heruitgave van de EK-finale twee jaar geleden. Een heersend Spanje trok in Wenen aan het langste eind, maar vandaag heerst er onzekerheid.

“We hebben nog geen enkele goede wedstrijd gespeeld”, is Sebastian Rodriguez kritisch voor zijn landgenoten. “Alleen tegen Portugal speelden we een helft op niveau. Duitsland is veel te sterk, maar we hebben één hoop: Paul de Octopus voorspelde een Spaanse zege.”

Virgen de Covadonga

In de cafetaria wordt de onzekerheid benadrukt. Achter de toog prijkt het beeldje van La Virgen de Covadonga. “Sinds het begin van het WK branden we vier kaarsjes voor haar”, verklapt de 45-jarige Prudencio met Spaanse bandana. “Voor ons is voetbal alles in het leven. In Nederland keken er 11 miljoen mensen naar de halve finale. Bij ons zijn het er meer dan 30 miljoen.”

 

De vrees voor Duitse voetballes is ongegrond. Spanje neemt van bij het begin het heft in handen en drukt de Duitsers terug voor hun eigen doel. Tiki Taka heerst en dat beseft ook de 44-jarige Pikke, de enige die het aandurfde om een Duits shirt aan te trekken.

“Ik heb veel sympathie voor de Mannschaft”, geeft Pikke toe. “Mijn schoonzus is een Duitse en ik heb altijd vrienden in Duitsland gehad. Dit WK was het beste voetbal van de Duitsers, maar vandaag is Spanje toch beter.”

Droomfinale

De troepen van Del Bosque houden de finalehoop van Pikke echter lang levendig. In een wervelende tweede helft wringen ze kans na kans de nek om. “Het is duidelijk. Wie eerst scoort, gaat naar de finale”, beseft Ricardo¸ eigenaar van twee tapazaken in Antwerpen.

 

Met een strakke kopbal verlost Carles Puyol de Spaanse fans uit hun lijden. De verdediger van FC Barcelona zadelt dertiger Armand Hursell echter met een dilemma op. “Mijn schoenmoeder is een Spaanse en mijn broer woont in Nederland. Misschien kan ik daar de finale gaan zien. Anders ga ik naar Vilvoorde. Daar zit de grootste Spaanse gemeenschap in België.”

Prudencio gooit zijn armen in de lucht en spoelt de keel met een frisse pint. “Dit is mijn droomfinale: Spanje tegen Nederland. Dat kan niet anders dan een mooie match worden.” Spanje en Nederland kwamen elkaar één keer tegen op de eindronde van een groot tornooi. Op de Olympische Spelen in 1920 trok Spanje aan het langste eind. Het won met 3-1 ... in Antwerpen.