Profvoetballers en hun bijgeloven

Van het dragen van specifieke sokken tot het betreden van het veld met een bepaalde voet, bijgeloven zijn diep geworteld in de voetbalcultuur. Dit artikel werpt een blik op enkele van de meest opmerkelijke bijgeloven van profvoetballers en onderzoekt de psychologische en culturele aspecten die eraan ten grondslag liggen.

Rituelen voor de wedstrijd

Wie dacht dat bijgeloven alleen iets is wat je tegenkomt in het casino of andere gelegenheden waar men wel een beetje geluk kan gebruiken, heeft het mis. Ook in de wereld van het professionele voetbal zijn er genoeg spelers die trouw vasthouden aan hun bijgelovige rituelen. En het zijn niet alleen de spelers zelf, maar ook coaches en supporters die graag meedoen.

Voorafgaand aan een wedstrijd hebben veel profvoetballers specifieke rituelen die ze volgen om zich voor te bereiden op het spel. Dit kan variëren van het eten van een bepaalde maaltijd tot het luisteren naar een specifiek nummer. Er zijn ook spelers die erop staan om eerst hun linkersok aan te trekken, terwijl anderen juist de voorkeur geven aan hun rechtersok. Een ander bekend bijgeloof is het slaan van een kruisje. Er zijn echter ook 'extremere' bijgeloven zoals het dragen van de ongewassen onderbroek die de speler de vorige wedstrijd aan had. Deze rituelen dienen om de spelers mentaal voor te bereiden op de wedstrijd. Het geeft hen een gevoel van controle, wat van groot belang is gezien de mate van onzekerheid die gepaard gaat met een wedstrijd. Door vast te houden aan hun persoonlijke rituelen hopen spelers een gevoel van vertrouwdheid en geluk te creëren.

De rol van geluksgetallen

Een van de meest voorkomende bijgeloven onder voetballers is de obsessie met geluksgetallen. Het rugnummer dat een speler draagt, kan dan ook van groot belang zijn voor zijn prestaties op het veld. Sommige spelers zweren bij een specifiek nummer dat hen geluk zou brengen, terwijl andere spelers bepaalde nummers koste wat kost willen vermijden. De voorkeur voor een bepaald nummer kan vaak gebaseerd zijn op persoonlijke ervaringen, bijvoorbeeld als het nummer in het verleden veel geluk heeft gebracht. Ook culturele invloeden en zelfs astrologie kunnen een rol spelen bij deze keuze. Hoe irrationeel het ook mag lijken, het geluksgetal kan een grote impact hebben op het zelfvertrouwen van een speler en daardoor zijn prestaties beïnvloeden.

Het vermijden van pech

Naast het najagen van geluk, proberen veel profvoetballers ook actief pech te vermijden. Je kent ongetwijfeld de bijgeloven die verbonden zijn aan handelingen zoals het lopen onder een ladder of het passeren van een zwarte kat. Voetballers kunnen zelfs bepaalde kleuren willen vermijden, uit angst dat ze ongeluk kunnen brengen. Deze bijgeloven vinden vaak hun oorsprong in culturele taboes of volksgeloof.

De psychologie achter bijgeloven

Hoewel de meeste mensen zullen denken dat al deze kleine handelingen geen enkel verschil maken in de uitkomst van de wedstrijd, dienen ze hoe dan ook een doel. Ze hebben niet alleen een diepe betekenis voor degenen die ze koesteren, maar kunnen spelers ook een gevoel van zekerheid bieden. Het biedt de voetballer een gevoel van controle en voorspelbaarheid in een sport waarin zoveel oncontroleerbare factoren van invloed zijn. De psychologische effecten van bijgeloven zijn dan ook onontkenbaar. Het kan meer focus creëren, angst verminderen en het zelfvertrouwen van spelers in het algemeen vergroten. Bovendien kan het een gevoel van samenhorigheid oproepen wanneer spelers dezelfde bijgeloven met elkaar delen. Vandaar dat supporters ook vaak dezelfde liedjes zingen of dezelfde kleuren dragen.