Overgangsjaar voor nationale damesploeg

De nationale damesploeg staat voor een belangrijk jaar. Zij nemen het in de kwalificatie voor het Europees Kampioenschap in een moeilijke maar interessante groep op tegen Noorwegen, Denemarken, Spanje en Nederland.

Het zal dus moeilijk worden om een ticket te halen voor het EK, maar tijdens dit overgangsjaar is het vooral de bedoeling om veel bij te leren.
Onze nationale damesploeg is voor het eerst ondergebracht in de A-groep en zal het ongetwijfeld moeilijk hebben tegen landen met een grote traditie in het damesvoetbal. De Belgische meisjes hebben al 5 wedstrijden achter de rug en moeten nog hun eerste punten pakken. Coach Anne Noë is echter hoopvol voor de toekomst.

Sportleven: Het is een moeilijk leerjaar voor de nationale damesploeg in de A-groep...

Anne Noë: De uitslagen komen hard aan. Wij zitten eigenlijk in een moeilijke situatie, want wij zijn enerzijds te goed voor de A-groep, maar anderzijds komen wij te kort tegen landen in de A-groep. De beste 12 landen in A-groep zijn ongenaakbaar, maar tegen anderen kunnen wij misschien wel iets presteren. Een bewijs daarvan zijn de recente vriendschappelijke wedstrijden tegen Zwitserland (0-0 en 0-1). Wij zitten in volle vooruitgang.

Sportleven: Bent u ondanks de zware nederlagen toch tevreden om in de A-groep te mogen aantreden?

Anne Noë: Wij leren leven met de nederlagen. Het doelsaldo doet wel pijn. Het helpt ons wel om met beide voeten op de grond te blijven. Onze speelsters zijn er zich van bewust dat er nog veel werk aan de winkel is. Ik hoop dat we op 25 april in Oud-Heverlee tegen Nederland en op 2 mei tegen Spanje in Bergen iets kunnen laten zien. Het resultaat zal minder belangrijk zijn dan de manier waarop.

Sportleven: De voorbereiding voor deze wedstrijden was goed.

Anne Noë: Wij hebben inderdaad meer mogelijkheden dan vroeger. Wij hebben een dubbele confrontatie tegen Zwitserland achter de rug en hebben veel trainingen kunnen afwerken ter voorbereiding van de komende wedstrijden. Ons spelpeil hangt echter af van het niveau van onze eigen competitie en het aantal trainingen van onze speelsters in clubverband. Het niveau van het Belgische kampioenschap is onvoldoende. Het is niet normaal dat een club zoals Rapide Wezemaal zonder veel moeite aan de leiding staat met 150 doelpunten voor en slechts 7 tegen.

Sportleven: Ligt de toekomst van de nationale ploeg in de A-groep?

Anne Noë: Natuurlijk. Wij zullen er dan ook alles aan doen met het oog op het behoud. Spijtig genoeg zijn we er nu bijna zeker van dat we laatste eindigen. In de barragewedstrijden tegen de beste landen uit de B-groep zullen we dan het verschil moeten maken. Ik ben er zeker van dat wij de nodige kwaliteit hebben om ons te handhaven in de A-groep. Enkel door wedstrijden te spelen tegen de grote landen kunnen we progressie maken.(Bron: Sportleven)