10 wissels tijdens Anderlecht-Standard: René Vandereycken denkt er het zijne van

10 wissels tijdens Anderlecht-Standard: René Vandereycken denkt er het zijne van

Beide ploegen gebruikten tijdens Anderlecht-Standard 11 basisspelers en 5 vervangers. Voor René Vandereycken te veel van het goede.

De tweede helft van het duel tussen Anderlecht en Standard was een stuk aantrekkelijker dan wat voor de rust gebeurde. Met dank aan enkele wissels.

“Soms zie je, zeker in Italië, hoe vervangingen een deel van een tactisch schaakspel zijn, waarop de andere trainer een tegenzet moet zien te bedenken. Dat gebeurt hier ook al eens, maar hier kregen we geen wissels om tactisch te verrassen”, zegt René Vandereycken aan Het Nieuwsblad.

“Wel gaven ze nieuwe energie aan de wedstrijd. Twee, drie vervangingen volstonden om er een veel aantrekkelijkere topper van te maken. Doordat de invallers fris maar ook gretig bleken, en niet ontgoocheld omdat ze niet mochten starten.”

Maar beide ploegen wisselden vijf keer. “Ik ben absoluut geen tegenstander van vijf vervangingen. Neem Yari Verschaeren, die pas terug is uit een blessure. Met slechts drie wissels bestaat de kans dat een speler te lang op het veld moet blijven, vermoeid raakt, misschien zelfs geblesseerd. Vijf wissels bieden meer mogelijkheden om te roteren, om spelers te sparen in deze drukke agenda, en dus ook om een wedstrijd nieuw leven in te blazen, zoals op Anderlecht-Standard gebeurde.”

Vandereycken begrijpt ook niet waarom in sommige landen een zesde vervanging voor een hoofdblessure mag en bij ons niet. Voor Tolu Arokodare, die vorig weekend botste met Hugo Cuypers, was dat handig geweest. “Waarom zou er wel een extra vervanging mogen voor een hoofdblessure en niet voor een knieblessure?”, vraagt Vandereycken zich wel nog af.

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties