In de eerste helft was er weinig te zien. Er waren kansjes, onder andere voor Camus en Théréau, maar het was steeds net niet. Aan de overkant waren Van den Eede en Van Hout gevaarlijk, maar ook zij kenden geen succes.

De tweede helft was beter, onder andere dankzij het snelle doelpunt van Théréau. De aanvaller deed wat hij in een half seizoen Anderlecht nauwelijks deed: scoren. Charleroi leek gelanceerd en kwam dicht bij de 2-0, Akpala legde de bal echter nipt naast.

Ook Théréau kreeg twee kansen om de wedstrijd af te maken, maar faalde. In de slotfase profiteerde Westerlo daarvan. Op voorzet van Van Hout zorgde Wim Mennes voor de 1-1. Daar bleef het ook bij.