Compilatie (3): KBVB tot collectief ontslag gedwongen
© SC
In deze derde compilatieaflevering van mediaweek kijk ik terug op het onderonsje tussen René Vandereycken en Fatih Terrim, zoek ik een verklaring voor de flater van Stijn Stijnen tegen Dender, sleur ik er de KBVB en de refs nog eens door.
Aangezien Voetbalkrant de laatste tijd veel nieuwe lezers heeft, maak ik van de gelegenheid gebruik om even het concept van mediaweek uit te leggen. In deze wekelijkse rubriek geef ik mijn ongezouten, subjectieve mening over het reilen en zeilen in voetballand. Mediaweek is dus allesbehalve objectief en heeft geen enkele journalistieke waarde, het is puur satire (maatschappijkritiek). Het belangrijkste is dat je deze stukken tekst als lezer met de nodige korrels zout kan lezen.
Begin september begonnen de Rode Duivels aan hun WK-voorrondecampagne. Na een moeizame 3-2-zege tegen Estland kaapten de Belgen een verdienstelijk punt weg in Turkije. Daar kwam het wel tot een opstootje tussen beide bondscoaches.
Tijdens de interland Turkije-België hebben beide bondscoaches voor de nodige show gezorgd. René Vandereycken en Fatih Terrim legden een gezonde dosis animositeit aan de dag. Terim beweerde achteraf dat René hem het hoorngebaar getoond had. Onze aimabele bondscoach ontkende dat niet. “Ik ben niet begonnen”, repliceerde René, als ware hij een klein kind. En hij had nóg maar eens gelijk, want wat voor foto’s vinden we vrijdag in de kranten? Terim zelf die de Belgische bank het bewuste gebaar toont.
Toch mogen we Terim niet veroordelen. De man zelf heeft tijdens een barragematch voor het WK 2006 tegen Zwitserland twee vingers verloren: zijn middel- en ringvinger. Toen Terim de Zwitsers in hun eigen kleedkamer oprecht wou feliciteren met hun kwalificatie, smeten die per ongeluk de deur voor zijn neus dicht, waarbij de twee bewuste vingers gekneld raakten. In het ziekenhuis konden ze nadien niets anders doen dan een amputatie uitvoeren.
Woensdag wou Terim aan Vandereycken duidelijk maken dat zijn ploeg al minstens vier doelpunten had moeten scoren. Door het ontbreken van de middel- en ringvinger leek het alsof de Turkse coach zelf het hoorngebaar aan de Belgen richtte. René gaf hem uiteraard geen gelijk en imiteerde dat gebaar, waarmee de Limburger wou zeggen dat het 1-2 had moeten staan voor de Belgen, toen Wesley Sonck voor de zestien getorpedeerd werd.
Na de wedstrijd legden beide coaches hun meningsverschil bij, waarbij Vandereycken Terim nog eens bedankte voor de goede ontvangst. Als Turkije volgend jaar naar België afzakt, belooft René hen een even warm onthaal.
Midden september speelde Club Brugge eindelijk zijn eerste thuismatch van het huidige seizoen. Omdat blauw-zwart met Laurent Ciman en Jeroen Simaeys twee spelers voor de Olympische Spelen leverde, maakte het bestuur van de situatie gebruik om de eerste twee matchen uit te stellen. Tegen FCV Dender kwam Club niet verder dan een 1-1-gelijkspel.
‘From Zero to Hero’ was de naam die de film van Jean-Marie Pfaff had moeten dragen. Het is echter nooit zover gekomen. De beste Belgische doelman ooit, tegenwoordig samen met zijn schoonzoon Sam Gooris bekend van de celebritysoap ‘Het verstand van Vlaanderen’, moet een enorme indruk op Club Bruggedoelman Stijn Stijnen gemaakt hebben. In Studio 1 deed Jan Wauters nogal denigrerend over de ex-showman van o.a. Bayern München, waarop de voormalige sportjournalist een fikse uitbrander van Stijnen kreeg.
Mocht Jan Verheyen deze week een film over Stijnen zelf maken, hij zou gerust dezelfde woorden kunnen gebruiken, alleen in een andere volgorde: ‘From Hero to Zero’. De vorig seizoen zo bejubelde Clubdoelman, die vorige week als Rode Duivel tegen Estland en Turkije uitpakte met enkele noodzakelijke reddingen, ging het voorbije weekend als een vliegenvanger eerste klasse te werk. Stijnen verdient voor zijn belachelijke karpersprong een vermelding in het ‘Kleine Blunderboek der Groten’.
Niet alleen Stijnen liet tegen FCV Dender een steek vallen, ook Wesley Sonck en Ivan Leko kenden geen al te gelukkige wedstrijd. De pocketspits verzuimde een open kans af te maken en was ongelukkig in de combinaties, de Kroatische middenvelder, geroemd om zijn gave traptechniek, trapte de ballen als een preminiem.
Toch zijn er excuses voor het rare gedrag van de Clubspelers. Een uurtje voor de match was Johnny ‘Wiet’, vroeger bekend onder de artiestennaam Johnny White en vandaag de dag een goede kennis van Laurent Ciman, zijn favoriete Clubspelers komen bezoeken. Ik vermoed dat Stijn, Wes en Ivan op van de zenuwen waren en dringend iets rustgevends nodig hadden.
De mislukte zanger, die momenteel zijn brood verdient met een eigen plantenkwekerij, moet de drie Bruggelingen een staaltje van zijn plantenextracten bezorgd hebben. De planten misten hun effect niet: Stijnen zag iedere bal minstens dubbel en had pech dat hij bij het tegendoelpunt enkel oog voor de hallucinatiebal had, Sonck zag bij zijn reuzekans twee doelmannen en schoot de bal naast de verkeerde keeper en Leko kreeg vermoedelijk de tent in zijn broek hoger dan al zijn vrije trappen en hoekschoppen.
In september ontsloeg het Pools Olympisch Comité de voltallige Poolse voetbalbond omdat die te lang talmde in een corruptiezaak. Dit klonk mij natuurlijk als muziek in de oren. Wat zou dat geven bij de Belgische Voetbalbond?
Het Poolse Olympische Comité heeft vorige week alle leden van de Poolse nationale voetbalbond op straat gezet. Reden: de bond talmde te lang in een corruptiezaak. Dit nieuws klonk mij als muziek in de oren. Jammer genoeg treuzelt de Belgische Voetbalbond nooit. Alle zaken worden per direct afgehandeld, klacht indienen is onmogelijk, want de uitspraak is altijd correct. Enkele voorbeelden van de laatste jaren: de zaak-Yé, de bond moest eerst door de media aangespoord worden om in actie te schieten. Op zich niet moeilijk met een hoogbejaarde bondsprocureur die tijdens hoorzittingen in slaap valt.
De zaak-Geel: wat een klucht vorig seizoen. De tweede klasse had zich al op gang getrokken, toen de burgerrechtbank plots besliste dat Geel ook tot die liga moest toegelaten worden.
De selectie voor de Olympische Spelen: een echte soap werd het. Ik bespaar jullie de details. En dan vergeet ik nog de kleinere blunders zoals de fout bij de loting van de Beker van België voor vrouwenelftallen, de naturalisatieopvolging van Nabil Dirar en Mémé Tchité, het hernieuwen van het contract van René Vandereycken, enz.
Bij deze roep ik Jacques Rogge op om als voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité en Pierre-Olivier Beckers als voorzitter van het BOIC de voltallige Koninklijke Belgische Voetbalbond der Bejaarden stante pede aan de deur te zetten. Op zich zou dat niet meer moeten, want zo goed als alle leden hebben toch al de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Maar blijkbaar zijn die heren met geen stokken uit het zadel te lichten.
Ik stel voor om hun plaatsen door enkele vooraanstaande politici of ex-internationals te laten innemen. Als voorzitter kies ik voor Kris Peeters. Met hem aan het hoofd van de KBVB zou België binnen de kortste keren volgebouwd worden met nieuwe voetbaltempels. De toewijzing voor het WK van 2018 zou nog slechts een formaliteit zijn. Yves Leterme en Laurette Onkelinckx mogen van mijn part fungeren als ondervoorzitters. Met deze perfecte tandem is er meteen een communautair probleem van de baan. Als penningmeester zou ik Gilbert Bodart aanstellen. De ervaring die de ex-Rode Duivel opdeed bij de Grotten van Han is van onschatbare waarde. Gelukkig voor hem telt het bondsgebouw aan de Houba De Strooperlaan veel vensters die kunnen geopend worden (ze noemen het niet voor niets het ‘Glazen Huis’).
Jean-Marie De Decker mag wat mij betreft ook in het bestuur zetelen, er moet toch één iemand zijn die tegen de kar van iedereen rijdt, al zal hij er moeten op toezien dat hij daarbij de snelheidslimiet niet overschrijdt. Ik zou ook een verantwoordelijke voor feestelijkheden aanstellen: Michel Daerden voldoet volledig aan dat profiel. Hij moet er wel over waken dat de wijn nog in de flessen is vóór het feest begint. In ieder geval raad ik hem af om interviews te geven, kwestie van in het buitenland nog een beetje geloofwaardig over te komen. Ten slotte mag ook Hugo Broos van mijn part als lid in het bestuur zetelen, dan hoeft hij in de kranten niet meer te huilen dat hij zonder werk zit. Zou dit geen mooi, bont allegaartje voor onze voetbalbond zijn?
Zoals wel wekelijks stonden ook in september de scheidsrechters in het oog van de storm. Serge Gumienny haalde zich de gram van alle Club Bruggefans op de hals.
Wat mogen we ons toch gelukkig prijzen dat we in België wonen en wat mogen de voetballers hun broodheren dankbaar zijn dat ze in ons landje mogen voetballen. Wekelijks serveren de spelers uit de Jupiler Pro League ons een staaltje topvoetbal van de bovenste plank. Wat ons echter tegen de borst stuit, is dat zij telkens de circusnummertjes van clowns à la Serge Gumienny en Christoph Virant moeten ondergaan.
Het blijft mij een raadsel wat de KBVB in die mannen ziet. Een scheidsrechter zou het veld moeten opkomen met de intentie om onopvallend de wedstrijd in goede banen te leiden. Beide bovenvermelde heren draaien de rollen graag om: zij stappen het terrein op met de bedoeling om opvallend de partij in slechte banen te leiden.
Neem nu Gumienny, de vaste man om Club Brugge-Anderlecht naar de vaantjes te helpen. Afgelopen zondag mocht hij Circus Cristal Arena entertainen. Goede keuze trouwens van de Scheidsrechterscommissie (CSC) om een man uit de streek een wedstrijd van Genk te laten fluiten. Gumienny mocht dus van de zeer competente CSC, met aan het hoofd een man die het zelf maar tot tweederangsfluitenier geschopt heeft, in de Genkse Arena optreden. De ref uit As dacht vermoedelijk dat hij nog in de tijd van de Romeinen leefde en trad in de Cristal Arena op als een echte toreador. Met enige zin voor overacting en grootse, theatrale gebaren, trok de wedstrijdleider alle aandacht naar zich toe.
Typisch Gumienny. Voor die Limburgse beachboy is het veel belangrijker dat zijn haartje mooi gecoiffeerd ligt en dat de camera’s steevast op hem gericht zijn. Toen Joseph Akpala onvrijwillig in botsing kwam met Logan Bailly, achtte Gumienny zijn ‘moment de gloire’ gekomen. Hij moest en zou Akpala uitsluiten. Dat de Nigeriaan enkel oog had voor de bal, kon flopmodel Gumienny gestolen worden.
Uiteraard was Robert Jeurissen (onze tweederangsfluitenier van hierboven) er als de kippen bij om zijn clown te verdedigen. “De rode kaart van Akpala was terecht. Het was inderdaad zijn intentie niet om Bailly te raken, maar het was wel een fout. De doelman moet beschermd worden”, aldus de big boss. Wat moet een ref dan doen als twee veldspelers, die met het oog op de bal, pardoes tegen elkaar aanlopen? Moeten die er dan alle twee af of volgens willekeur van de arbiter met dienst, meneer Jeurissen?