Enkele conclusies na de eerste weken met René Weiler: zo wil hij spelen

René Weiler is nu een paar weken aan de slag bij Anderlecht en zijn hand wordt stilaan duidelijk. Op basis van de eerste twee oefenmatchen kunnen we toch al wat conclusies trekken.

Eén: geen overbodig gebrei

Weiler wil de bal niet onnodig rondspelen op het middenveld. De kortste weg naar doel is rechtdoor, geldt voor hem. Daarom wil hij eens in balbezit de bal zo snel mogelijk naar de flankspelers krijgen of naar de spitsen om zo de tegenstander niet de tijd te geven zich te reorganiseren.

Twee: uitvoetballende verdedigers

Opvallend was dat Weiler in de twee oefenmatchen Dendoncker al twee keer als verdediger opstelde. De Zwitser wil immers niet dat Tielemans of Defour de bal diep achteraan komen ophalen en zoekt dus iemand die een goeie pass in de voeten heeft om vanuit de verdediging de aanval te lanceren.

Drie: nadruk op fysieke paraatheid

Tegen Bornem waren er een paar na een halfuur al naar adem aan het snakken. Weiler wil dat zijn jongens negentig minuten kunnen draven en legt op training er stevig de pees op. Jongens die nu nog niet meekunnen, moeten zich apart voorbereiden.

Vier: hoge pressing

De tegenstander moet niet opgewacht worden op het middenveld, maar er moet direct druk gezet worden op de verdedigers van de tegenstanders. Weiler geeft ook spelers kansen die al lang afgeschreven waren, zoals bijvoorbeeld N'Sakala en Kabasele. Zij hebben immers de snelheid en het loopvermogen om in zijn verhaal mee te gaan.