Analyse Spitsenbegeleiding in België moet beter

Steurbaut Kersten
| 0 reacties
Spitsenbegeleiding in België moet beter
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

Sire, er zijn geen scorende spitsen meer. Het is een terugkerend probleem dat wordt aangekaart als het vaderlandse voetbal wordt geanalyseerd. Een blik op de topschuttersstand in de nationale competitie stemt ons inderdaad niet optimistisch.

Met François Sterchele, Kevin Vandenbergh, Karel Geraerts, Peter Van Houdt en Tim Matthijs staan er maar vijf Belgen in de top-15. Maar liefst zes minder dan tien jaar geleden. Tijdens het laatste decenium deden de Belgische spelers maar twee keer slechter. Opvallend genoeg gebeurde dat tijdens de laatste twee seizoenen. Toen behaalden respectievelijk slechts drie en vier spelers de eerste vijftien. Alleen Kevin Vandenbergh slaagde er toen in de top-10 te halen.
 
Opvallend is ook het aantal dalende vaderlandse topschutters in de Belgische competitie. Waar vroeger een buitenlandse topschutter een rariteit was, is dat nu eerder omgekeerd. Tijdens de laatste twintig jaar werd slechts zes keer een Belg gekroond als beste goalgetter: Francis Severeyns, Erwin Vandenbergh, Toni Brogno, Wesley Sonck, Cedric Roussel (samen met een tweede keer Sonck) en Luigi Pieroni. De laatste vier zochten hun geluk over de landsgrenzen, maar geen van hen slaagde er (voorlopig) in om echt te overtuigen.
 
Voetbalkrant.com legde haar oor te luister bij enkele voormalige topschutters en goalgetters uit het vaderlandse voetbal en peilde naar de oorzaken van het spitsenprobleem.
 
  1. Wat zijn de oorzaken van het Belgische spitsenprobleem?
  2. Kan een doelgerichtere training en begeleiding voor een oplossing zorgen?
  3. Wat is het voornaamste verschil tussen vroeger en nu?
  4. Waarom slaagt Nederland er wel in om scorende topspitsen te leveren?
 
Patrick Goots (41, Racing Mol Wezel)
 
Patrick, Patje Boem Boem, scoorde 158 doelpunten in eerste klasse waar hij onder andere voor Racing Genk, SK Beven, Sint-Truiden en Antwerp speelde.
  1. “Belgische ploegen denken eerst en vooral aan verdedigen. De nul houden is heilig en daarom kruipen ploegen veel te veel achteruit. Er staan weinig Belgische spitsen bovenaan in de topschuttersstand en dat wreekt zich bij de nationale ploeg. De taak van Pieroni tegen Tsjechië was ondankbaar. Hij kreeg veel te weinig steun van de flanken en van het middenveld. Als je dan als spits enkele kansen mist, word je daar op afgerekend.”
  2. “Dat zou een heel goede oplossing zijn. Ik ben nu 41 jaar en ben nog altijd topschutter in vierde klasse met 13 doelpunten. Bovendien heb ik nog 18-19 assists achter mijn naam staan. Zulte Waregem gaat nu beroep doen op oud-spelers om de verschillende linies te trainen. Dat is de toekomst. Ik heb bij KV Mechelen zelf nog specifieke spitsentraining gegeven en ik hoor die jongens daar in interviews nog altijd op terug komen. Dat wil zeggen dat het toch nuttig was. Iemand die ervaring heeft kan zeer belangrijk zijn om anderen te begeleiden. In eerste klasse is dat iets gemakkelijker, maar het heeft ook zeker zijn nut in de lagere afdelingen. Bovendien moet je je vaardigheden ook blijven onderhouden, erop blijven trainen en dat gebeurt in België veel te weinig. Bij KV Mechelen was Rik Van de Velde er al een voorstander van en hij zou zich nu ook achter het project van Zulte Waregem zetten.”
  3. “Het gaat de laatste jaren serieus achteruit met het Belgische voetbal en dat is mede te wijten aan de vele buitenlanders die in onze competitie spelen. Men zou daar terug moeten tegen ingaan. In mijn beginperiode mochten er maar drie buitenlanders per ploeg spelen. Die jongens waren dan ook beter. Nu lopen er veel rond die niet beter zijn dan de Belgische aanvallers, maar die krijgen minder kansen. En een spits heeft vertrouwen nodig om te scoren. Voor mij is het eigenlijk gemakkelijk praten. Ik heb altijd en overal gescoord en stond altijd in de top-5 van de Belgische topschutters.”
  4. “Het grootste verschil zit in de mentaliteit. Nederlanders spelen om te winnen, Belgen spelen om niet te verliezen. Het is veel plezanter om tegen Nederlandse ploegen te spelen. Met Sint-Truiden wonnen we vroeger de Euroregiobeker tegen ploegen zoals Roda JC en Twente, maar in België moesten we strijden om in eerste te blijven.”
“In Nederland wordt er ook veel meer gewerkt met de jeugd en getraind op techniek. Het blijft toch zeer verbazend dat Maarten Martens en Moussa Dembele in Nederland uitblinken aan de top, maar in België niet doorbraken.”
 
Francis Severeyns (39, FC Capellen)
 
Francis ‘Cisse’ Severeyns werd in 1988 topschutter in de Belgische competitie. In 1993 speelde hij met Antwerp de laatste Europese finale van een Belgische club. Severeyns zorgde voor de enige treffer in een met 3-1 verloren wedstrijd tegen Parma.
 
  1. “Er zijn veel minder Belgen dan twintig jaar geleden, dus is de kans ook kleiner dat een Belg topschutter wordt. De spelers die toen naar de Belgische competite werden gehaald gaven een meerwaarde. Bij Antwerp bijvoorbeeld brachten Lehnhoff en Van Rooij een meerwaarde voor de spitsen. Dat waren veel betere voetballers dan de spelers die nu worden gehaald.”
  2. “Dat is iets waar ik al jaren voor ijver en waar ik me zelf graag voor wil inzetten. In Nederland wordt er op dat gebied veel beter gewerkt. Tegen de jonge gasten van ons ploeg zeg ik dat ze bij hun looplijnen niet alleen met hun eigen bewegingen moeten bezig zijn, maar dat ze goed moeten opletten wat de tegenstander doet. Om een goede spits te zijn moet je ten eerste intuïtief zijn. Dat is niet iedereen gegeven. Ten tweede moet je bereid zijn om bij te leren. Dat doe je in eerste instantie van je trainer, maar met een specifieke trainer voor de spitsen kan je op dat gebied veel meer opvangen.”
  3. “Het grootste verschil is het aantal buitenlanders. Er wordt veel gezaagd over de aanvallers nu, maar dat is altijd al zo geweest. Mensen denken dat spitsen niet goed genoeg zijn, maar zij hebben net het meeste vertrouwen nodig. Als een spits drie wedstrijden niet scoort, spreken ze van een crisis. Walter Meeuws is daar een goede trainer voor. Wanneer ik bij Antwerp vier-vijf wedstrijden niet had gescoord, kwam hij voor de wedstrijd tegen KV Mechelen op me inpraten. We wonnen de wedstrijd met 4-2, ik scoorde twee doelpunten en gaf twee assists.”
  4. “Het grootste verschil is de begeleiding. In Nederland wordt op dat gebied heel goed gewerkt met oud-spelers. Johnny Boskamp en René Eijkelkamp hebben daar al goed werk geleverd.”
 
 
 
Het spitsenprobleem in cijfers:
 
Belgische topschutters laatste twintig jaar:
 
1987-1988: Francis Severeyns (24)
1990-1991: Erwin Vandenbergh (23)
1999-2000: Toni Brogno (30), samen met Ole Martin Aarst
2001-2002: Wesley Sonck (30)
2002-2003: Wesley Sonck en Cédric Roussel (22)
2003-2004: Luigi Pieroni (28)
 
Aantal Belgen in top 15 laatste tien jaar:
 
1996-1997:     11
1997-1998:     8
1998-1999:     6
1999-2000:     8
2000-2001:     6
2001-2002:     5
2002-2003:     9         
2003-2004:     7
2004-2005:     3
2005-2006:     4
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties