Doping - Over spelers en producten

Anthony Van der Planken
| 0 reacties
Doping - Over spelers en producten
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

Doping - Over Spelers en Producten

[Voor deel één van onze reeks over doping, klik hier]

Het Wada stelde een lijst op waarin alle verboden middelen en methoden op een rijtje worden gezet. De lijst geldt voor nagenoeg alle sporttakken. Ook voor het voetbal; de Fifa keurde het document immers goed en paste er zijn eigen lijst aan aan.
Hieronder volgt een overzicht van de verschillende verboden substanties en wordt er kort ingegaan op hun werking en hun neveneffecten. U komt ook te weten welke spelers in het verleden van welke substanties hebben gesnoept of daar tenminste van werden beschuldigd. Uiteraard willen wij in deze niet volledig zijn.
Merk op dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen stoffen die enkel verboden zijn tijdens wedstrijden, en stoffen ook daarbuiten niet worden getolereerd.


A. Middelen en methoden verboden in wedstrijdverband en daarbuiten
 
1. Anabole middelen (nandrolon, testosteron, clenbuterol,...)
Anabole steroïden en andere anabole middelen hebben een spierversterkende werking: de spieren groeien, de spiermassa en de kracht nemen toe. Ze zouden ook toelaten sneller te recupereren van geleverde inspanningen. De neveneffecten zijn talloos: verhoogde bloeddruk, stoornissen van de leverfunctie en in de bloedstolling, versnelde aderverkalking, hartritmestoornissen, enzovoort. Vrouwelijke atleten die anabolen gebruiken, krijgen te kampen met haaruitval, baardgroei en verlaging van de stem. Hun mannelijke collega’s worden agressiever, hun zaadproductie wordt geremd en hun geslachtsdrift wordt versterkt.
Theodoros Zagorakis, in 2004 met Griekenland Europees kampioen en op dat tornooi verkozen tot beste speler, stond midden jaren negentig in zijn thuisland aan de schandpaal. In zijn monster verschool zich een te hoge waarde testosteron. Zagorakis werd vrijgesproken. Zijn lichaam zou op natuurlijke wijze een teveel aan het mannelijke hormoon aanmaken.
Vooral nandrolon blijkt nogal populair te zijn bij de heren-voetballers. Onder anderen de Nederlanders Jaap Stam, Edgar Davids en Frank De Boer, de Spanjaard Josep Guardiola en de Portugees Fernando Couto werden in 2001 betrapt op het gebruik van deze spierversterker. Ook onze landgenoot Jean-François Gillet, toentertijd doelman van het Italiaanse Bari, werd betrapt op nandrolon, maar hij werd later vrijgesproken omdat de rechter de dopingwetgeving op het ogenblik van de feiten niet sluitend achtte.
In 2004 werd Mohammed Kallon (Inter Milaan) op nandrolon betrapt en in dezelfde week liep ook Saadi Kadaffi, middenvelder van Perugia en zoon van de Libische leider Muammar Kadaffi, tegen de lamp. Nog recenter: op de Confederations Cup van afgelopen zomer leverden twee Mexicaanse internationals een positieve dopingplas af, na hun land eerst aan zeges tegen Japan en Brazilië te hebben geholpen. Ze werden aanvankelijk ‘om disciplinaire redenen’ huiswaarts gestuurd door de Mexicaanse voetbalbond, maar later lekte in de pers uit dat de twee zich aan nandrolon hadden vergrepen.
Het meest recente geval is de Portugees Abel Xavier. De verdediger van Middlesbrough testte op 29 september jongstleden positief na de Uefa-bekerwedstrijd tegen het Griekse Xanthi. De oud-speler van onder andere PSV, Liverpool, Galatasaray, Everton en AS Roma zou aan de Dianabol hebben gezeten, een anabole steroïde. De man met het modieuze (?) geblondeerde hoofd- en baardhaar werd een schorsing van achttien maanden opgelegd. Abel Xavier tekende beroep aan. De uitspraak volgt in 2006.
 
2. Hormonen en verwante stoffen (Epo, groeihormonen, insuline,...)
Epo is een hormoon en eiwit dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, op die manier zorgt voor een toename van het zuurstoftransport in het bloed en uiteindelijk leidt tot een fel verbeterd uithoudingsvermogen. Het is een lichaamseigen stof die in beperkte hoeveelheden in de nieren wordt aangemaakt. Kunstmatig geproduceerde Epo wordt in de medische wereld gebruikt om bloedarmoede te behandelen en is dus eigenlijk een geneesmiddel. Door het verhoogde gehalte rode bloedlichaampjes wordt het bloed stroperig, waardoor het risico op een trombose, een embolie of een hersen- of hartinfarct toeneemt. De hematocrietwaarde en het reticulocyten-gehalte zijn belangrijke parameters om Epo-gebruik vast te stellen. Groeihormonen beïnvloeden de stofwisseling en zorgen voor bot- en spiergroei. Insuline zorgt ervoor dat de aanmaak van eiwitten wordt gestimuleerd en verlaagt het bloedsuikergehalte.
De Italiaanse wetenschapper D’Onofrio, verbonden aan de universiteit van Rome, verklaarde vorig jaar dat minstens tien spelers van Juventus tussen 1994 en 1998 Epo gebruikten. In die periode veroverde Juve drie landstitels en won het één keer de Champions League. Onder andere Allessandro del Piero, Angelo Peruzzi, Angelo Di Livio, Didier Deschamps, Paolo Montero, Antonio Conte en Alessio Tacchinardi werden met de vinger gewezen. De professor constateerde dat geblesseerde spelers Epo kregen toegediend om sneller te herstellen, en dat ook gezonde spelers het spul gebruikten om beter te worden. De zaak leidde tot de veroordeling van de teamarts van Juventus, Ricardo Agricola. De spelers zelf bleven buiten schot. Alle spelers die op het proces dienden te getuigen, waaronder Zinedine Zidane, Roberto Baggio en Gianluca Vialli, bleven hardnekkig ontkennen ooit Epo of andere verboden middelen te hebben genomen.
Twee maanden nadat Parma de Uefa-beker had gewonnen (1998-1999) werd bij de meeste spelers van de selectie een te hoge hematocrietwaarde vastgesteld. Volgens de Italiaanse club was dat het gevolg van een hoogtestage die de spelers kort voor de controle hadden ondernomen.
 
3. Beta-2 agonisten (terbutaline, salbutamol, formoterol,...)
Beta-2 agonisten helpen om (inspannings-)astma te voorkomen of te genezen. Ze ontspannen de spieren in de luchtwegen, waardoor ademhalen makkelijker wordt. Alle beta-2 agonisten, met inbegrip van hun D- en L-isomeren, zijn verboden, met uitzondering van formoterol, salbutamol, salmeterol en terbutaline. Zij zijn enkel toegelaten via inhalatie als preventie en/of behandeling van astma. Een medisch attest is in dat geval vereist.
Middenvelder Mike Zonneveld (NAC Breda) gebruikt het product salbutamol al sinds zijn jeugd tegen astma, maar was er niet van op de hoogte dat dat enkel mits voorschrift toegelaten is. Na een wedstrijd in februari van dit jaar, tegen Utrecht, plaste hij positief. Op basis van procedurefouten werd hij toch vrijgesproken door de tuchtcommissie van de Nederlandse voetbalbond. Ook Jessy Torreele, middenveldster bij eersteklasser Rapide Wezemaal, gebruikt een puffertje tegen astma. Een medicijn in haar puffer werd onlangs toegevoegd aan de dopinglijst zonder dat de speelster daarvan op de hoogte was. Groot was dan ook haar verbazing toen ze tijdens een tornooi in het kader van de eerste kwalificatieronde van de Uefa-beker positief testte en door de Uefa een schorsing van drie maanden werd opgelegd. Meteen een primeur voor het Belgische vrouwenvoetbal.
 
4. Middelen met een anti-oestrogene werking (anastrozol, formestaan, cyclofenil,...)
Stoffen met een anti-oestrogene werking worden vooral gebruikt door sporters die anabolen slikken. De veranderde hormonenspiegel, veroorzaakt door een toename van het testosterongehalte, wordt hersteld door extra vrouwelijke hormonen aan te maken. Anti-oestrogene middelen moeten de vrouwelijke kenmerken die daarmee gepaard gaan tegengaan. Zo worden de vrouwelijke kenmerken die wijzen op het gebruik van anabolen weggenomen.
 
5. Diuretica en andere maskerende middelen (clopamide, gelatine, xipamide,...)
Met diuretica kan een snellere uitscheiding van de urine worden opgewekt, waardoor de concentratie van geneesmiddelen en dus eventueel van verboden middelen sneller wordt verlaagd en dus moeilijker aan te tonen is. Tot de bijwerkingen behoort een verstoorde water- en elektrolytenbalans, wat gepaard kan gaan met een droge mond en kramp. Ook is er een verhoogde kans op vermoeidheid.
Diuretica worden ook gebruikt om het zout- en watergehalte in het lichaam te reduceren. Op die manier kunnen sporters hun lichaamsgewicht doen dalen. Het is dan ook vooral in sporten waar men ingedeeld wordt in verschillende gewichtsklassen (gewichtheffen, boksen, worstelen, judo) dat men er zich aan bezondigt.
 
6. Bloeddoping
Wanneer atleten kort voor een wedstrijd eerder afgetapt bloed opnieuw inspuiten, verhoogt hun hemoglobinegehalte en wordt hun vermogen om zuurstof op te nemen groter. Het resultaat is dat zij gaan beschikken over een groter uithoudingsvermogen. Bloeddoping komt dan ook vooral voor in duursporten zoals wielrennen en triatlon.
Op 5 april 1991 werd de Belgische sportwereld opgeschrikt door het plotse overlijden van Luc De Rijck, speler van tweedeklasser F.C. Turnhout. De Rijck had zich bij zijn clubdokter aangeboden voor een zuurstofkuur. Daarbij werd van de 25-jarige spits bloed afgetapt, dat vervolgens werd verrijkt met zuurstof, om daarna weer ingespoten te worden. Bij het opnieuw toedienen van het bloed deden er zich complicaties voor. De Rijck stierf in het kabinet van zijn arts.
 
7. Genetische doping
Hét dopingprobleem van de toekomst is ongetwijfeld genetische doping. Hierbij wordt het genetische materiaal van de mens doelbewust veranderd om betere prestaties te leveren. Bepaalde genen kunnen de sportieve prestatie verbeteren. Deze genen, die eenvoudig verkrijgbaar zijn, worden nu onderzocht in klinische studies voor de behandeling van ziekten. De gentherapievectoren (nodig voor het inbrengen van het genetische materiaal) zouden hun weg kunnen vinden naar sporters en hun begeleiders, mogelijk met de tussenkomst van illegale laboratoria. Het niet-therapeutische en ongecontroleerde gebruik van gentherapie door sporters kan leiden tot ernstige gezondheidsschade. Bovendien beschikt men nog niet over de nodige detectiemethoden, wat het misbruik alleen maar in de hand zal werken. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat gendoping zeer waarschijnlijk binnen de vijf jaar zijn intrede zal doen, als het al niet is gebeurd.
 
B Middelen die enkel bij wedstrijdcontroles zijn verboden
 
1. Stimulantia (cocaïne, amfetamines, efedrine, strychnine,...)
Stimulantia maken de gebruiker tijdelijk immuun voor vermoeidheid, waardoor men tot grotere fysieke en mentale prestaties in staat is. Ze zorgen voor een grotere (subjectieve) kracht, maken de geest scherper, verbeteren de stemming en zijn nuttig voor het opvoeren van de verstandelijke prestaties. Misbruik van stimulerende middelen kan leiden tot psychosen waarbij men bijvoorbeeld akoestische hallucinaties (het horen van stemmen) en paranoïde denkbeelden ervaart.
In de negentiende eeuw was men lyrisch over de helende werking van cocaïne, vooral tegen angsten en depressies. Het was ook een efficiënt middel voor plaatselijke verdovingen bij kleine operaties. Nu wordt cocaïne, door zijn sterk verslavend karakter, nog bijna uitsluitend als genotsmiddel gebruikt. Amfetamines daarentegen worden vandaag nog steeds gebruikt om narcoleptici en kinderen met concentratiestoornissen te behandelen.
Strychnine geeft bij slecht gedoseerde hoeveelheden gemakkelijk aanleiding tot stuiptrekkingen, en wordt tegenwoordig vooral als rattenvergif gebruikt. Ook cafeïne behoort tot de stimulantia, maar staat niet op de lijst van verboden middelen. Bankzitters die zich met moeite wakker kunnen houden bij het schabouwelijke spel van hun ploegmakkers, mogen dus gerust een kopje koffie drinken.
De koning van de stimulerende middelen is uiteraard Diego Maradona. In 1991 werd hij als speler van Napoli voor 15 maanden geschorst omdat zijn urine sporen van cocaïne bevatte. Zijn leven beteren deed hij niet, want tijdens de wereldbeker van 1994 bleek ‘Pluisje’ van een cocktail met liefst 5 verschillende soorten efedrine te hebben gesnoept. Claudio Cannigia volgde zijn leermeester kennelijk blindelings in alles wat hij deed: in 1993 kostte cocaïnegebruik hem 13 maanden schorsing. Maradona mag dan wel de bekendste gebruiker zijn, de eerste was hij niet. Al in het seizoen 1985-86 waren een aantal spelers van Beringen in opspraak geraakt door de ontdekking van stimulantia en eind 1991 werden bij Lierse-speler John Etim amfetamines gevonden. Alexandros Kaklamanos (ex- Charleroi, Gent en Standard) heeft de twijfelachtige eer de eerste speler te zijn die in België werd gepakt op het gebruik van cocaïne. Hij werd voor 5 maanden geschorst, al heeft hij steeds de feiten ontkend.
Dat deed ook Ali Lukunku (ex- Standard en Gent), nadat hij tijdens een invallerswedstrijd met zijn toenmalige club Lille betrapt werd op amfetaminegebruik. Dan is Adrian Mutu, toentertijd bij Chelsea en nu bij Juventus, een veel eerlijker man. Hij testte positief op het gebruik van cocaïne, gaf zijn misstap meteen toe en weigerde een analyse van het B-staal. Paul Merson (Arsenal) ging nog een stapje verder. Hij bekende zélf dat hij niet van de cocaïne kon afblijven. Hij werd niet geschorst, maar moest gedurende 6 weken naar een afkickcentrum.
Herinnert u zich René Higuita nog? De knotsgekke gewezen doelman van de Colombiaanse nationale ploeg werd in 2002 tweemaal gepakt op het gebruik van cocaïne. Misschien moet daar de oorzaak worden gezocht voor de riskante dribbels waar ‘El Loco’ in het verleden furore mee maakte. Zijn collega-doelman Mark Bosnich (Chelsea, Manchester United) kon er ook wat van. Hij bleek vijfduizend dollar per week weg te snuiven. Bosnich zei dat hij aan de coke raakte omdat hij zijn vriendin wilde helpen met afkicken. Voor elk lijntje dat ze snoof, zou hij er twee snuiven. Blijkbaar heeft hij woord gehouden. Christoph Daum, voormalig trainer van Leverkusen, trachtte met een haaranalyse te bewijzen dat hij nooit iets heeft genomen, maar na onderzoek van het staal bleek dat hij een grootverbruiker was. Robbie Fowler werd nooit betrapt op het gebruik van wat dan ook, maar de manier waarop hij in 1999 zijn doelpunt vierde tegen Everton, leverde hem toch een schorsing op. Fowler liep naar de achterlijn, deed alsof de kalk cocaïne was en begon heftig te snuiven. Robbie mocht meteen zes maanden aan de kant blijven.
 
2. Narcotica (heroïne, morfine, methadon,...)
Waar de stimulantia zorgen voor een hyperalerte, opgewonden euforie, zorgen narcotica voor een rustig geluksgevoel, soms gevolgd door versuffing en slaperigheid. Een positieve invloed op sportprestaties hebben narcotica dan ook niet. Zowel heroïne als morfine werden lange tijd gebruikt als pijnstillende geneesmiddelen. Pas in de twintigste eeuw ging de medische wereld de verslavende werking van deze producten inzien. De onthoudingspijnen na chronisch gebruik zijn verschrikkelijk. Methadon wordt dikwijls gebruikt om heroïneverslaafden te laten ontwennen. Het heeft een gelijkaardige werking, maar men zal geen ontwenningsverschijnselen vertonen en geen roes ervaren.
 
3. Cannabinoïden (cannabis, hasj, marihuana,...)
De psychische effecten van cannabinoïden hangen sterk af van de gebruiker en zijn ervaring. Algemeen kan worden gesteld dat de gewaarwordingen worden verscherpt, dat men zich impulsiever gaat gedragen, dat de concentratie verlaagt en dat het korte-termijn-geheugen wordt aangetast. Soms ervaart men hallucinaties, flashbacks en angst- of paniekreacties en in sommige gevallen treedt er een gevoel van lusteloosheid en verregaande apathie op.
Van een jointje te roken ga je dus niet meteen een wereldmatch spelen. En toch werden er al geregeld spelers betrapt op het roken van de ‘pretsigaret’. Een mens wil zich al eens ontspannen natuurlijk. Begin 1996 werd bekend dat 5 Franse spelers niet van de softdrugs hadden kunnen afblijven. Bernard Lama (PSG) en Fabien Barthez (Monaco, Manchester United, Marseille) waren de bekendste zondaars. Ook Lee Bowyer (Charlton, Leeds, Newcastle) liep in het verleden om dezelfde reden tegen de dopinglamp. In 2002 werd Feyenoorder Ebi Smolarek door de Uefa voor twee Europese duels geschorst, nadat het werkzame bestanddeel van cannabis in zijn urine was aangetroffen. De hoeveelheid was echter zodanig gering dat de Uefa het roken dan wel meeroken van hasj uitsloot. Er werd eerder gedacht aan het - al dan niet bewust - consumeren van spacecake of andere koffieshopproducten die cannabis bevatten.
Op 2 maart van dit jaar werd de Belg Christophe Lepoint op het gebruik van cannabis betrapt. Lepoint is een twintigjarige aanvaller die zijn opleiding bij Anderlecht genoot en vorig seizoen zes maanden voor het Nederlandse Willem II speelde. Hij werd gecontroleerd na een bekerwedstrijd tegen FC Den Bosch. Hij zat die wedstrijd op de bank maar werd toch aangewezen voor een controle. Nadat ook de tegen-expertise positief bleek te zijn, schorste de Nederlandse voetbalbond de spits voor zes maanden. Een paar maanden later werd Charleroi-speler Laurent Ciman door de Uefa op een even lange schorsing getrakteerd. Ciman testte afgelopen zomer positief na een Intertoto-bekerduel tegen het Finse Tampere United.
 
4. Ontstekingsremmers (cortisone)
Ontstekingsremmers worden voornamelijk gebruikt ter onderdrukking van ontstekingsreacties en immuunprocessen. Ze veroorzaken slapeloosheid, hoge bloeddruk en psychische stoornissen. Er geldt een verbod voor het orale en rectale gebruik en voor het gebruik via een injectie. In de vorm van huidzalfjes zijn ze wel toegelaten en per 1 januari 2006 zullen ook andere lokale toepassingen zoals oog- en oordruppels niet langer verboden zijn. Uiteraard is het gebruik van corticosteroïden geen probleem wanneer er een medisch attest kan worden voorgelegd.
Vorig seizoen testte Francky Vandendriessche na de wedstrijd Westerlo-Moeskroen positief op het gebruik van de corticoïde depomedrol. De toenmalige doelman van Moeskroen (nu aan de slag bij Cercle Brugge) ontkende de aantijgingen en beweerde over de nodige medische voorschriften te beschikken. Hij zou van de clubarts inspuitingen hebben gehad tegen rugpijn. De disciplinaire commissie van de Vlaamse Gemeenschap sprak Vandendriessche dan ook vrij van alle beschuldigingen.
 
 
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Europa

Nieuwste reacties