Wist je dat de KBVB stamnummers uitvond?

De trouwe lezers van deze rubriek weten dat het eerste Belgische seizoen in 1895-1896 gespeeld werd. Toen was er van stamnummers geen sprake. Die werden pas in 1926 ingevoerd. De KBVB was de eerste en tot op heden ook enige voetbalbond die met dat idee op de proppen kwam. De Belgische voetbalbond wilde de stamnummers vooral gebruiken om de administratie en archivering te vereenvoudigen. Het idee van de stamnummers kwam trouwens van de toenmalige sectretaris-generaal van de KBVB, Alfred Verdijk.

In 1926 werd de eerste lijst met stamnummers gepubliceerd. Deze lijst bevatte 809 clubs. Het ging om verenigingen die voor 1926 waren opgericht en nog steeds actief waren. Antwerp sloot zich in ieder geval als eerste aan bij de KBVB en kreeg bijgevolg stamnummer 1, iets waar men bij de oudste club van het land bijzonder trots op is. Antwerp werd opgericht in 1880, maar het is niet uitgesloten dat er daarvoor nog een club werd opgericht. Als er effectief nog een ouderde club was dan Antwerp, bestond deze in ieder geval niet meer in 1926. Op het moment dat clubs zich konden inschrijven bij de KBVB was Antwerp de oudste, nog actieve, club in België.  

Beelden van afgelopen maart voor aanvang van de match tussen Antwerp en Lierse. Rond minuut vier zingen de Antwerpfans over stamnummer 1.

Foutje

Het is trouwens ook niet altijd zo dat de oudste club het laagste stamnummer krijgt. Zo heeft Club Brugge, opgericht in 1891, met het nummer 3 een hoger stamnummer dan Daring Club de Bruxelles (het latere Daring Molenbeek), dat pas vier jaar later opgericht werd, maar wel stamnummer twee kreeg.

Dit zijn de clubs met de laagste stamnummers:

1. Antwerp

2. Darcing Club de Bruxelles

3. Club Brugge

4. RFC de Liège

5. R. Léopold Uccle FC

6. Rhodienne-Verrewinkel (RC Bruxelles)

7. AA Gent

8. RCS Verviétois

9. Dolhain

10. Union Saint-Gilloise