Real-Barça, zoveel meer dan een voetbalwedstrijd

Real-Barça, zoveel meer dan een voetbalwedstrijd
Foto: © SC

Komend weekend staat in Spanje de absolute topper tussen Real Madrid en FC Barcelona op het programma.  Voetbalkrant blikt in een driedelige special vooruit op deze confrontatie.  Vandaag gaan we dieper in op de politieke achtergrond van deze wedstrijd.  Real Madrid-FC Barcelona is immers véél meer dan een voetbalwedstrijd.
 
Om de rivaliteit tussen FC Barcelona en Real Madrid ten volle te kunnen begrijpen, is het noodzakelijk een zicht te hebben op de bewogen geschiedenis en de politieke achtergrond van deze confrontatie. 
 
De rivaliteit tussen beide teams ontstond al in de jaren ’20 (onder de dictatuur van Primo de Rivera) en groeide na de moord op voorzitter Sunyol tijdens gevechten in de burgeroorlog (1935).  De wederzijdse haat bereikte echter een hoogtepunt onder de dictatuur van Franco (1939-1975).  In die periode groeide FC Barcelona uit tot hét symbool van de Catalaanse identiteit en het streven naar autonomie.  Real Madrid werd door de Catalanen gezien als het uithangbord van het Franco-regime en de haat tegenover de ploeg uit de hoofdstad was dan ook enorm.  De Madrilenen van hun kant beschouwden Barça als een symbool van de separatistische beweging, die door Franco sterk onderdrukt werd. 
 
De onderlinge confrontaties gingen in die periode dan ook gepaard met beschuldigingen en leugens over en weer en een verregaande haat op en naast het veld.  De Catalanen grepen de verplaatsing naar Madrid aan om te protesteren tegen de onderdrukking door het Franco-regime.  Supporteren voor FC Barcelona was immers zowat de enige manier om de nationalistische gevoelens uit te drukken.
 
De haatgevoelens van de aanhangers van FC Barcelona tegenover Real Madrid bereikten een hoogtepunt naar aanleiding van de transfer van Di Stefano.  Beide clubs dachten op een gegeven moment een overeenkomst te hebben bereikt met de spits, maar uiteindelijk was het Real dat aan het langste eind trok en de Argentijn kon strikken.  De Catalaanse bevolking had voor de zoveelste keer het gevoel dat haar onrecht werd aangedaan en de haat tegenover de Madrileense rivaal groeide alleen maar. 
 
De realiteit in deze zaak bleek echter volledig anders dan de perceptie van de Catalanen.  Op het moment dat Barcelona Di Stefano wou aantrekken, speelde hij voor het Colombiaanse Millonarios.  Omdat hij nog geregistreerd was bij River Plate, contacteerde Barcelona het Argentijnse team, dat akkoord ging met de transfer.  Millonarios was furieus toen het hoorde van de deal en die woede groeide nog toen bleek dat Barça de speler zelf ook had overtuigd zijn club te verlaten en Di Stefano in de pers liet weten nooit terug te zullen keren naar Colombia.  Uiteindelijk leidde dit tot een zodanige impasse waarbij noch Barcelona noch Millonarios enige toegeving wilde doen, dat Real Madrid van de situatie kon profiteren.  Barcelona trok zich terug uit de onderhandelingen en Real kon de transfer beklinken door zowel River Plate als Millonarios een aanzienlijke som geld te betalen.  Van enige inmenging van de overheid was in dit geval geen sprake, wel van een foute inschatting van Barcelona zelf.  
 
Na de dood van Franco in 1975 veranderde de politieke situatie in Spanje snel en drastisch.  De Spaanse grondwet van 1978 voerde het principe van de autonome gemeenschappen in en tijdens de volgende jaren kreeg Catalonië een groot aantal eigen politieke bevoegdheden.  Bovendien waren ook de Catalaanse symbolen opnieuw toegelaten in het Barcelonese straatbeeld.  De Catalaanse bevolking voelde en voelt zich met de nog steeds groeiende politieke (en intussen ook economische) autonomie dan ook in steeds mindere mate gefrustreerd en onderdrukt, maar de vereenzelviging met FC Barcelona blijft bestaan en de club wordt nog steeds beschouwd als een van dé symbolen van de Catalaanse identiteit.  De populariteit van de club is gedurende de voorbije 30 jaar dan ook alleen nog maar toegenomen.    
 
Jaarlijks is Camp Nou ook gastheer van een voetbalwedstrijd tussen een Catalaanse selectie (met oa Xavi, Oleguer en Puyol) en een gerenommeerde tegenstander.  Bij die wedstrijden zijn de Catalaanse vlaggen en slogans als ‘Catalunya is not Spain’ niet weg te denken.  Tijdens de wedstrijden van Barça zelf, en zeker tegen Real Madrid, zijn de nationalistische symbolen eveneens prominent aanwezig.  Onlangs werd overigens bekend dat Barça-verdediger Oleguer, die een groot voorstander is van Catalaanse onafhankelijkheid, mogelijk zou passen voor een eventuele selectie bij de nationale ploeg.  Bondscoach Aragones stelde Oleguer echter (nog?) niet voor de keuze.  
 
De haatgevoelens van FC Barcelona tegenover Real Madrid bereikten de voorbije jaren een nieuw hoogtepunt bij de transfer van Luis Figo in 2000.  De Portugees wordt door de supporters van FC Barcelona nog steeds gezien als een verrader en moet niet hopen op vergiffenis vanwege zijn vroegere fans.  Hij zit tijdens de verplaatsing naar Camp Nou dan ook liever een dagje schorsing uit dan zich te laten bekogelen door het publiek.  
 
De rivaliteit tussen beide clubs leeft trouwens niet alleen bij spelers en supporters, maar verdeelt ook de Spaanse media.  De prominente sportkranten zijn netjes verdeeld over beide kampen en dragen dezer dagen hun steentje bij aan de groeiende spanning.  Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de Catalaanse kranten die vanzelfsprekend de kant van Barça kiezen en pagina’s wijden aan de naderende clash tussen beide grootmachten uit het Spaanse voetbal.  
 
Morgen gaan we dieper in op de sportieve geschiedenis van de confrontatie Real Madrid-FC Barcelona.  
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

La Liga

Nieuwste reacties