Interview “Hoop doet de zotten leven”

Steven Bologne
| 0 reacties
“Hoop doet de zotten leven”
Foto: © SC

In vierde klasse voetbalt de 20-jarige Nick Van Der Westerlaken. De aanvaller van KFCO Wilrijk behoort tot de betere voetballers van de reeks en herstelde onlangs op vrij korte tijd van een zware blessure. Redenen genoeg om de Wilrijkenaar op te zoeken voor een gesprek.
 
“Hoop doet de zotten leven”

door Steven Bologne
 
Hoe ziet je voetbalcarrière er tot nu toe uit?
 
“Met voetbal ben ik niet meteen gestart, ik heb eerst geturnd en atletiek beoefend. Ik ben pas met het spelletje begonnen toen ik 1ste jaars miniem was, dat was bij KFCO Wilrijk. Door een jaarwisseling diende ik drie jaar bij de miniemen te spelen in plaats van twee. Dat laatste jaar werd ik topschutter in de reeks en kwamen Beerschot, Cappellen en Antwerp scouten. Ik mocht echter van thuis uit niet onmiddellijk vertrekken, ook omdat mijn twee broers volop aan sport deden en dat dan een moeilijke situatie had geweest. Ik heb er zeker niet om getreurd want vier jaar na elkaar ben ik met men ploeg toen in de top vijf geëindigd.”
 
“Na de knapen besloot ik toch om hogerop te spelen. Germinal Beerschot en Antwerp hadden me opgemerkt, die eerste kon mij niet beloven dat ik altijd nationaal zou spelen, Antwerp kon dat wel en zo was mijn keuze snel gemaakt. Ik heb zo’n twee seizoenen nationaal gespeeld tot het derde waar ik schommelde tussen de provinciale en nationale -18. Ik werd topschutter bij de provinciale, de trainer van de nationale vond dat echter niet voldoende. Ik scoorde drie keer tegen KFCO Wilrijk en opeens was ik wel goed genoeg om met de reserven te spelen. Het was niet leuk meer ondanks ik er wel goede vrienden had, ik keerde terug naar Wilrijk.”
 
“Bij Wilrijk vond ik weer spelvreugde en met mijn inzet kon ik de voorbereiding met de eerste ploeg meemaken. In een vriendschappelijke wedstrijd op Rochus Deurne viel ik in, scoorde en gaf een assist. Vanaf toen had trainer Urbain Spaenhoven vertrouwen in mij, en begon ik aan men kennismaking met het voetbal in vierde klasse.”
 
Op welke positie speel je het liefst, en het best?
 
“Ik ben een aanvaller en speel het liefst in een systeem met twee spitsen, ofwel met mezelf in de spits, ofwel met mij er achter. Ik trek ook mijn plan op de flank, maar ik ben iemand die de bal graag heeft en moet kunnen voelen. Op de flank zie je minder ballen dan in de spits, dus geef mij maar een plaatsje voorin.”
 
Je wordt door de kenners in vierde klasse als één van de meest talentvolle aanvallers beschouwd, kan je leven met zo’n titel?

“Ik vind het alvast een hele eer, maar zou die titel nooit gekregen hebben zonder het vertrouwen dat ik kreeg van mijn trainers en de spelerskern. Het doet me wel wat, ik probeer er gewoon elke week volledig voor te gaan.”

Je kreeg halverwege dit seizoen een zware blessure, je stond echter op relatief korte termijn weer paraat. Hoe heb je deze periode ervaren? 

“Het was inderdaad een vrij zware blessure. Er was een scheurtje in de lengte van mijn mediale band, en ook mijn meniscus was geraakt. Op dat moment was het voor mij een hele zware domper. Het liep dit seizoen voor mij gesmeerd en we waren goed aan het spelen, en dan maak je zoiets mee. Het was een zware klap, maar de clubartsen en de kinesisten hebben me heel goed opgevangen. Je kan de tijd niet terugdraaien, ik heb er het beste van proberen te maken. Elke dag kinesist en dan thuis wat op de fiets revalideren deden me blijkbaar sneller terugkomen dan verwacht. Na amper zes weken kon ik opnieuw fysieke inspanningen doen.”
 
“Ik werd er op een bepaald ogenblik wel depressief van, als enige gekwetste speler liep ik ronde na ronde. Ik ging wel eens lopen op het strand van Sint-Anneke voor de afwisseling, maar toch. Na een tijdje voel je jezelf geen lid meer van de groep en dat viel me erg zwaar. Mijn motivatie was dus bijzonder groot toen ik kon aansluiten bij de spelersgroep. Serge Crève, de nieuwe trainer van Wilrijk, besliste na overleg met de technische staf om mij meteen op te nemen in de selectie. Het was een wedstrijd die absoluut gewonnen moest worden en dat deden we.
 
Dat was dus de wedstrijd van vorig weekend tegen Rode Verrewinkel. Je maakte een geweldige comeback met een schitterend doelpunt. Je vierde dat doelpunt met een salto, dit moet toch vertrouwen geven?
 
“Omdat het al even geleden was dat ik nog gespeeld had, had ik toch behoorlijk wat zenuwen. Eens het fluitsignaal te horen was, liep het lekker. De trainer had me ook gewaarschuwd om me niet suf te lopen achter elke bal, en vooral mijn inspelen te verzorgen. Met Antony Lorenzo op links, en Togbe Tia mee diep kon ik het me niet beter voorstellen. We toonden een over-ons-lijk mentaliteit en ik groeide naarmate de wedstrijd vorderde. Van mijn doelpunt ben ik nu nog aan het nagenieten, iedereen gunde het me en dat deed enorm veel deugd.”
 
Wilrijk staat in de degradatiezone. Vorige week nam trainer Marc De Mulder om medische redenen ontslag, stond de spelersgroep nog achter hem?
 
“Ik stond in ieder geval 100% achter Marc, of de spelersgroep dat ook was durf ik niet meteen bevestigen. Ik trainde op andere dagen en wist dus weinig af van wat er zich in de groep afspeelde. Marc zette zelf de stap, dat is toch ook niet onbelangrijk. Ik wens hem in elk geval heel veel beterschap. Die reeks tegenslagen pakte hij allemaal op zich waardoor hij het niet meer aan kon. Ik heb heel veel respect voor hem, hij gaf mij ook altijd het vertrouwen.”

Gaat Wilrijk zich nog redden denk je? 

“Ja, daar ben ik van overtuigd”

Vierde klasse is een heel bizarre reeks, wie gaat er met de titel lopen denk je? 

“Ik denk Londerzeel, maar zoals je zelf zegt het is een hele rare reeks waarin alles nog mogelijk is. Ik zou er in elk geval mijn geld niet op durven verwedden.”

Je pakte dit seizoen al 8 gele kaarten, ben je zo’n vuile speler? 
 
“Ik vind zelf van niet, maar er zitten vaak van die domme foutjes in die dan uitdraaien op een gele kaart. Wat ik zeker wil vermelden is dat ik dit seizoen al enorm veel kaarten op mij heb gepakt, zowel rood als geel, maar dat zien de meeste mensen niet. Ik ga toch mijn uiterste best doen om van die reputatie af te geraken.”
 
Je hebt al onder heel wat trainers gespeeld, wie steekt er voor jou bovenuit?
 
“Trainer Urbain Spaenhoven, nu bij Berchem, blijft voor mij de meest complete trainer. Marc De Mulder moet niet veel onderdoen, deze twee trainers hebben me enorm veel vertrouwen en spelvreugde gegeven.”
 
Waar liggen je ambities in het voetbal, nu en in de toekomst?
 
“Ik heb altijd al ambitie gehad, en dat zal zo blijven. Maar ambitie kan je op verschillende manieren bekijken. Als je zo hoog mogelijk wil spelen, dan kan je dat ambitie noemen, maar voor mij is het heel belangrijk om te kunnen spelen. Spelen is voor mij dus in de eerste plaats ambitie. Op Wilrijk appreciëren ze mijn spel en krijg ik alle kansen om me te ontwikkelen als voetballer. Ik ben er zeer graag maar wil uiteraard graag hogerop, wie niet? Derde klasse, of zelfs tweede klasse, zie ik zeker zitten. Hoop doet de zotten leven hé, het zou maar flauw zijn als je niet mag dromen. Ik zie derde klasse dus zeker zitten.”
 
Bedankt voor dit gesprek Nick, en we houden je prestaties zeker in het oog.
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

3e amateurliga B

Nieuwste reacties