Balaban: 'Ik hou enkel van de trainer als ik speel'

Bosko Balaban. Het blijft een speciale jongen. Vorige week kroonde hij zich tot de grote held van Club Brugge door zijn team met twee assists en een doelpunt voorbij Sint-Truiden te helpen. Na zijn goede prestaties wilde de Kroaat ook nog eens met de pers praten. De krant De Morgen ontfutselde hem enkele opmerkelijke uitspraken.

"Bij mij is het eigenlijk simpel", legt Balaban uit. "Ik hou van een trainer, als ik speel. Speel ik niet, dan mag ik hem niet. Altijd. In het begin van vorig seizoen was er niets aan de hand, ik stond in de ploeg. Daarna niet meer, dus er was iets mis. Neen, ik zit niet graag op de bank. Maar dat is toch logisch? Toon mij eens iemand die aan sport doet en zit te lachen omdat hij op de bank zit? Dat bestaat toch niet? Of er is iets mis in je hoofd. Stel: ik speel niet, ga naar huis, tel mijn geld, en ben gelukkig. Nee, zo zit ik niet in mekaar. Ik hou van dit spelletje. Voetbal maakt me gelukkig."

"Wat moet een speler doen die in de spits staat? Goals maken, toch? Kijk naar mijn statistieken. Wat doe ik? Scoren. Waar moet ik dan zijn? In de tribune of op het veld? Ja, ik weet dat ik niet constant ben, maar dat is voor een stuk ook normaal. Ik ben geen machine. En mocht het me wel lukken om altijd dat hoge niveau te halen, sorry, maar dan speel ik hier niet. Dan zit ik niet in Brugge, maar bij de beste ploeg van Europa. Bij Bayern of Lyon bijvoorbeeld."

"Of de ploeg te afhankelijk van mij is? Nee, waarom? Ik moet scoren, de keeper moet zijn doel leeg houden, een verdediger moet de bal afpakken. Iedereen moet op niveau spelen. Bosko alleen kan geen titel winnen, je hebt elf Bosko's nodig. En als die dan op het niveau acteren van de match in Sint-Truiden, dan word je kampioen."