Marcos Senna: Ruwe Braziliaanse diamant in La Seleccion

Vanuit Wenen

Marcos Antonio da Silva Senna is een laatbloeier. De verdedigende middenvelder zag bijna 32 jaar geleden voor het eerst het levenslicht in het Braziliaanse São Paolo, maar kreeg pas in 2006 enige bekendheid bij het internationale voetbalpubliek. Als Spaans international dan nog wel. Senna verruilde in de zomer van 2002 de eigen grond van São Caetano voor El Madrigal, het stadion van Villareal CF. Zes jaar later verdedigt hij nog altijd met trots de kleuren van Los Subarinos Amarillos (De gele duikboot), verwijzend naar de gele uitrusting van de club.

 

 

In 2006 naturaliseerde Senna zich tot Spaans staatsburger en op 1 maart 2006 maakte hij in een oefenwedstrijd tegen Ivoorkust zijn debuut voor La Seleccion. Drie maanden later voegde hij zijn eerste WK-selecties al aan zijn palmares toe.

 

Senna blijft desondanks een kleine naam in een voetbalwereld die verlangt naar kunstjes van Cristiano Ronaldo, Arjen Robben en Luca Toni. Zij zijn echter allemaal al naar huis, terwijl Senna een belangrijke rol speelde in de Spaanse kwalificatie voor de finale.

 

 

“Ik ben aan een goed tornooi bezig, maar het team blijft het belangrijkste”, relativeert Senna zijn aandeel in de Spaanse finaleplaats. Een mentaliteit die je ook op het veld terugvindt. Hij werkt, loopt en vecht als een ware krijger. Tussen al het technische geweld op het Spaanse middenveld is hij de kuitenbijter, de pitbull die zijn tegenstander de kans niet geeft om de tegenaanval op gang te brengen.

 

Ook naast het veld valt de Braziliaan in de smaak bij zijn ploegmaats en nieuwe landgenoten “Ik voel me écht goed ingeburgerd in deze ploeg. Tijdens een interview met de Portugese televisie gebruik ik zelf meer Spaans dan Portugees.” Gelukkig staat Cristiano Ronaldo zondag niet op de grasmat in het Ernst Happelstadion.