Preud'homme: "Gudjohnsen stilaan klaar voor concurrentiestrijd"

Cédric De Volder in Brugge

De term ‘Club Brugge’ werd de voorbije dagen veelvuldig geciteerd onder zaakwaarnemers. Thomas Meunier, Maxim Lestienne en Eidur Gudjohnsen werden immers in verband gebracht met een verhuis. Vooral de IJslander zorgde voor een stoelendans door te stellen dat hij niet als een cheerleader op de blauw-zwarte bank wil gaan zitten.

“Ik zou me vooral zorgen maken moest Eidur blij zijn met zijn bankzitterstatuut”, countert Michel Preud’homme de woorden van de aanvaller. “Maar ik wil van die geruchten echter geen staatszaak maken. In het voetbalmilieu is het nu eenmaal de normaalste zaak van de wereld dat er spelers van club veranderen. Denk je dat er geen gesprekken gaande zijn als het stil is op de geruchtenmolen?”

"Geruchten normaalste zaak in voetbalmilieu"

De overeenkomsten met Meunier en Lestienne zijn duidelijk. Beide spelers blijven minstens tot het einde van het seizoen in West-Vlaanderen. Toch wil de Luikenaar benadrukken dat ook een transfer van Gudjohnsen momenteel niet aan de orde is. “Ik ben niet van plan om Eidur te laten vertrekken. Hij heeft trouwens ook niet aangegeven weg te willen. Zo’n zaken worden pas besproken als ze aan de orde zijn. Geen enkele van bovengenoemde spelers heeft echter gezegd dat hij absoluut wil vertrekken, hé.”

“Gudjohnsen was bij mijn aankomst door omstandigheden – lees: Juan Carlos Garrido zette de IJslander uit de selectie – niet klaar om te spelen”, gaat Preud’homme verder. “Maar hij werkt hard op training en ik heb het gevoel dat hij stilaan klaar is om te concurreren met de andere aanvallers. Op welke positie ik hem dan wil uitspelen? Hij kan elke aanvallende rol aan.”

"Ik heb genoeg aanvallers"

Nochtans is Club Brugge naar verluidt op zoek naar aanvallende versterking. Hoe kijkt de oefenmeester tegen die geruchten aan? “Ik heb genoeg aanvallers”, lacht Preud’homme. “Maar Club moet klaar zijn voor eventuele uitgaande transfers te counteren. Al wil ik natuurlijk het liefst verder met de jongens die ik vandaag al ter beschikking heb.”