Interview Derby special: Voetbalkrant sprak met David Nechelput

Truyens Himke
| 0 reacties
Derby special: Voetbalkrant sprak met David Nechelput
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

Voetbalkrant sprakt met David Nechelput

Voor de tweede maal deze avond zit ik in de wagen naar de “Chalet” van Racing Mechelen waar ik heb afgesproken met David Nechelput. Eerder die avond kon onze afspraak niet doorgaan wegens fileproblemen in de Brusselse tunnels. Onze afspraak is voor hem een geluk bij een ongeluk, hierdoor geraakte David alsnog op tijd voor zijn training. Na de training ontmoeten we elkaar dan toch.
Na zijn excuses voor de tweede maal te hebben aangeboden en me daarvoor een drankje te betalen steken we van wal.
 
David Nechelput startte zijn voetbalcarrière bij Vlezembeek, een klein dorpje binnen Sint-Pieters-Leeuw. Maar na drie jaren wisselde hij deze ploeg in voor RWDM waar hij de jeugdreeksen doorliep met Jurgen Simeons. En geducht duo waarvoor Sonck zelfs af en toe op de bank moest plaatsnemen.
Bij RWDM bereikte Nechelput de A-ploeg nadat hij eerst voor zes maanden uitgeleend werd aan de toenmalige tweedeklasser Union. Hij speelde één jaar voor RWDM in de hoogste divisie, maar de Brusselaars konden zich niet redden en degradeerden.
 
Daarna wisselde David RWDM in voor Strombeek en twee seizoenen later ging hij naar Schoten (toen nog in derde klasse). Wegens een faillissement werd Schoten genoodzaakt twee klasses te zakken. Op dat ogenblik kreeg hij een aanbod van Racing Mechelen,  waar hij nu al bezig is aan zijn derde seizoen.

Je bent nu bezig aan je derde seizoen bij RC Mechelen, je eerste seizoen was desondanks vele blessures een succes maar vorig seizoen liep het iets minder.
 
Ja, dat klopt. In het eerste seizoen bij Racing brak ik twee maal mijn hand. Eerst mijn linkerhand. Dat lag zes weken in het gips en nadien in nog even in  een plastic. De dag dat ik dat verwijder breek ik mijn rechterhand. En toch nog veertien keer gescoord.
Maar vorig jaar was moeilijk; trainer ontslagen, geen resultaten, maar acht keer gescoord, als enige spits geïsoleerd op een eiland, …
Het was echt moeilijk. Saïd Karami was er wel maar die speelde slechts af en toe mee. Dikwijls maar met één spits en daardoor was het bijna onmogelijk om aansluiting te krijgen met het middenveld. Offensief hadden we veel te weinig slagkracht.
     
Wat verwacht je van dit jaar?
 
Het begin was slecht, maar het moment dat we zijn overgeschakeld op een 4-4-2 liep het goed. Ik had er met de trainer over gesproken en de eerste maal dat we het uitoefende wonnen we met 6-0 van Waregem. Vanaf dat moment spelen Jurgen Simeons en ik samen in de spits en scoorden we 11 maal in drie wedstrijden. Vorige week was de eerste keer dat we in dit systeem niet tot scoren kwamen. Maar ik hoop wel dat de trainer bij deze 4-4-2 blijft.
 
Je bent herenigd met Simeons. Jullie vormde ooit een geducht duo waarvoor zelfs Sonck moest wijken. En ook de laatste weken gaat het steeds vlotter, begrijpen jullie elkaar dan zo goed?
 
(Lacht) Neen. Ja, we zijn wel uit dezelfde streek. Op carnaval in Halle komen we elkaar altijd tegen. Er is wel een beetje een band, dat kan je niet ontkennen. En ook bij RWDM hebben we verschillende jaren samen gespeeld, het doet wel iets.
Toen Van Marcke me vorig jaar zei dat Racing op zoek was naar een nieuwe spits en me vroeg of ik met Simeons kon samenspelen, heb ik natuurlijk ja gezegd. Liever Jurgen dan iemand wildvreemd die je niet kent of begrijpt.
 
Racing Mechelen liet voor de aanvang van het seizoen duidelijk merken dat het voor de titel ging. Dit lijkt me na twaalf speeldagen vrij onrealistisch. Wat zijn de ambities van de ploeg op dit moment?
 
Op de persconferentie zei de sponsor inderdaad; “Wij spelen kampioen en willen naar tweede.” Vlak daarna ging de micro door naar de trainer en die relativeerde al door te zeggen dat we voor een stek bij de eerste vijf gingen gaan.
Maar eerst en vooral moeten we beginnen met beter te voetballen. De laatste weken draait het al iets beter. Maar het is nog niet overtuigend genoeg. Zolang we dat niet gaan doen, de bal vlotter laten circuleren, dan moeten we zelf niet aan een vijfde, een tiende of een twaalfde plaats denken. Dan gaan we een heel seizoen tegen de barrage wedstrijd spelen.
We moeten gewoon beter voetbal brengen en dat kunnen we. Als we dat doen en we zetten eens een reeks neer van 10 op 12 komen we automatisch bij de eerste vijf.
           
En op training, hoe loopt het daar?
 
Ook daar gaat het niet. Je speelt zoals je traint. De combinaties komen er niet uit, de spelers die het verschil zouden moeten maken zitten zonder vertrouwen. Af en toe komt het er wel uit, maar niet genoeg.
 
Wat zijn je persoonlijke ambities, zowel voor dit seizoen als in de toekomst?. Want jouw contract loopt op het einde van het seizoen af bij RCM.
 
Ja, mijn contract van drie jaar loopt nu af. We zien wel. Eerst beter beginnen voetballen. Het is niet de moment om te gaan onderhandelen. Het moment dat we gaan winnen door goed voetbal en niet door een goede dag van twee of drie man, dan kan je gaan onderhandelen.
Maar zoals je weet, ploegen beginnen te bellen. Ze maken hun lijstje net voor de winterstop.

DERBY
Vorig seizoen maakte je voor het eerst de (Mechelse) stadsderby mee. De eerste wedstrijd verliezen jullie thuis en mis uitgerekend jij een penalty. Ik kan me inbeelden dat een rot gevoel gaf?
 
Dat was gewoon het dieptepunt in mijn carrière. Ik zou aan niets erger kunnen denken Het staat 1-2, we kunnen gelijk maken. Ik wou hem door het midden geven, maar hij gaat lichtjes naar links en niet hoog genoeg.
 
Hebben de supporters je hiervoor vuil bekeken of begrepen ze dat het met druk te maken had?
 
De reacties waren nog vrij positief moet ik zeggen, Simeons trapte er vorig seizoen bij Walhain 6 of 7 binnen en mist er nu 2 op 2 bij Racing. Het kan dus gebeuren. Maar ik zou er natuurlijk liever tien andere missen en die binnen trappen.
Soms denk ik er nog wel eens aan om revanche te nemen, maar voorlopig laat ik ze nog liggen. Janssens heeft gemist, Simeons heeft twee maal gemist. We moeten dus iemand anders vinden.
 
Maar in de terugronde, op KV, gaan jullie winnen, hoe kan je dat gevoel beschrijven? Na 56 jaar wint RCM Achter de Kazerne.
 
Boven op het dak van de bus terug naar Racing rijden, tot stukken in de nacht hier gefeest … Dat was één van de hoogtepunten.  De thuiswedstrijd was het ergste wat ik al mee gemaakt had en de terugwedstrijd was … Ja het debuut in eerste klasse was ook schitterend, maar dit was fenomenaal.
 
Binnen een week is het terug zo ver, hoe leeft de groep naar deze wedstrijd toe? Is dit voor jullie een wedstrijd als een andere of wordt er toch extra getraind en is de druk van bovenaf te voelen?
 
Eén anekdote: Er waren zes spelers met twee gele kaarten voor de match tegen Denderhoutem. En de voorzitter is voor de match in de kleedkamer geweest en heeft gezegd: “Jongens het zijn drie punten tegen Denderhoutem. Ik wil niet dat er iemand expres zijn voet wegtrekt om geen gele kaart te krijgen. Want als ik dat zie, diene gast speelt sowieso niet mee tegen KV.” Om toch maar de motivatie hoog te houden voor die wedstrijd. Dit om maar aan te tonen dat ook het bestuur schrik heeft dat dit wel leeft in de spelersgroep.
En dat leeft ook wel, maar als de match tegen Denderhoutem begon was dat het belangrijkste. Na het laatste fluitsignaal was het pas “den derby”.
We komen vroeger samen op de club om samen te eten. Iets wat we maar één keer per jaar doen. Die kleine zaken maken het verschil.
 
Afkomstig uit het Brusselse, daar heb je RWDM (waar je ooit speelde) – Anderlecht. Is KVM – RCM daarmee te vergelijken of is dit gewoon uniek in België?
 
Neen, voor mij was RWDM – Anderlecht altijd een super match. Zelfs bij de jeugd. Daar waren Boskamp, Goethals en alle vedetten.  Ze kwamen allemaal kijken. Naar de miniemen, naar de kadetten, … Ze kwamen die allemaal kijken. Dat was fijn.
Zelf ben ik in eerste klasse eens op Anderlecht gaan winnen, maar het is niet te vergelijken. Anderlecht is de grote club en RWDM is echt het kleine broertje. Hier kan alles: KV winnin opde Racing of andersom, het kan allemaal.  Maar het is anders, die supporters errond zijn veel fanatieker dan in Brussel. Daar is het meer verbroederen en als je een goeie match speelde is iedereen content.
 
Tussen beide clans bestaat er een enorme rivaliteit. Voel je dat op het veld? Om het op een andere manier te zeggen: ‘Rollen de haatgevoelens werkelijk van de tribunes?'
 
Ja, toen we vorig jaar hier de eerste keer het veld opliepen. Normaal doen we onze opwarming altijd op het zijveld, maar nu hadden we als groep beslist om te wachten tot iedereen klaar was. We zijn dan samen buiten gelopen en hebben ons op het hoofdveld opgewarmd, om toch al aan de sfeer, de vijandige sfeer, gewend te geraken. Stel u voor dat we daar (wijst naar het zijveld) opwarmen en dan de eerste minuut komen we op het groot veld. Dan zouden we waarschijnlijk te veel onder de indruk geweest zijn. Nu zijn we er tijdens de opwarming aan gewoon geraakt.
 
Je voelt dat echt, de vijandigheid?
 
Ja ja ja, dat gaat door merg en been als je zo het veld op loopt. Natuurlijk, eens de bal afgetrapt is, voor mij toch, dan is dat weg. Je hoort dan bijna niets meer omdat je dan met het spel bezig bent of je moet een pint bier over u hoofd krijgen natuurlijk. (Lacht een beetje groen) Dan kan je er niet van tussen, maar ja.
 
En tot slot, wat is jouw pronostiek?
 
Op voorwaarde dat jij die van jou ook meedeelt.
 
2-1 en nu jij.
 
0-1, een afgeweken bal in de 88ste minuut.
 
Een slechte 0-1 dan nog, moet het doelpunt verdiend zijn?
 
Het moet niet verdiend zijn, het mag zelfs één in buitenspel zijn. (Lacht) Als we maar winnen.


Lees ook onze andere derby specials:

Liefde en haat op één kilometer van elkaar
Voetbalkrant sprak met Geoffrey Peytier

Redactie: Himke Truyens
Eindredactie: Kersten Steurbaut
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

2e amateurliga A

Nieuwste reacties