Na vijf minuten werd president Morales door Daniel Gustavo Cartagena, een speler uit de ploeg van Revilla, pijnlijk aangetrapt. Morales liet dat niet over zijn kant gaan en schopte zijn tegenstander tegen de grond.

Een van Morales’ lijfwachten wilde Cartagena na het laatste fluitsignaal arresteren, maar uiteindelijk werd het arme slachtoffer vrijgelaten op verzoek van burgemeester Revilla.