Interview Begeleider refs: "Ook technologie is niet onfeilbaar"

Begeleider refs: "Ook technologie is niet onfeilbaar"
Foto: © SC

Scheidsrechters staan vaker dan hen lief is in het oog van de storm. Nochtans is de arbitrage de laatste tien jaar enorm geëvolueerd en verbeterd. Werner Helsen, begeleider van de scheidsrechters, heeft daar een niet te onderschatten aandeel in.

Zoals elke voetballiefhebber volgde Werner Helsen vorige dinsdag de kraker Barça-Real. Zijn ogen waren in de eerste plaats niet gericht op Messi of Ronaldo, maar wel op scheidsrechter Frank De Bleeckere. “Hij heeft een heel goede wedstrijd gefloten”, meent Helsen. “Het kondigde zich op voorhand al aan als een bijzonder moeilijke partij, omwille van de beladen heenmatch en omwille van de uitspraken van Mourinho en de video op de website van Real Madrid. Zijn eerste helft was heel goed. Ook toen Real in de tweede helft moest komen en gefrustreerd geraakte, heeft hij het goed gedaan.”
 
“Maar er is in België niet enkel Frank De Bleeckere. Als ik kijk naar het aantal Europese aanduidingen van onze scheidsrechters, dan stel ik vast dat de Belgische arbitrage er de laatste jaren sterk op vooruitgegaan is. Serge Gumienny heeft nog nooit zoveel CL-matchen gedaan als nu. Ook de jongeren doen het goed. Zo fluit Sébastien Delferière momenteel op het EK onder 17 in Servië en Alexandre Boucaut zit in het Centre of Refereeing Excellence (een Europees programma voor veelbelovende jonge scheidsrechters, nvdr). Onze scheidsrechters worden internationaal gerespecteerd en gewaardeerd.”
 
De Bleeckere stopt volgend jaar. Want in Europese wedstrijden is er een leeftijdsgrens voor scheidsrechters.
“Voor mij is een leeftijdsgrens niet aangewezen. Het fysieke aspect is geen argument, want de meeste van de huidige generatie zouden gemakkelijk tot hun 47 of 48 kunnen doorgaan. Maar ik begrijp de FIFA en de UEFA ook wel. Zij willen niet dat een sterke generatie topscheidsrechters de doorstroming van jongeren blokkeert. Intussen is er in de meeste nationale competities geen leeftijdsgrens meer. Dick Jol was in Nederland actief tot zijn 51. Maar wanneer voor scheidsrechters zoals De Bleeckere de Europese uitdaging wegvalt, zien ze het vaak niet meer zitten om enkel in eigen land te blijven fluiten. Ook door de wantoestanden in ons voetbal is het plezier er al snel af.”
 
Dreigt er door die negatieve sfeer rond de arbitrage in ons land een tekort aan jonge scheidsrechters?
“Er is inderdaad een tekort merkbaar, vooral in Vlaams-Brabant ook. In België is er onvoldoende respect voor de arbitrage, vanwege trainers en spelers. Ook de media spelen daar een belangrijke rol in. We moeten ons toch eens gaan bezinnen hoe we dit kunnen aanpakken.”
 
Verdienen ze wel voldoende, gelet op hun moeilijke job en de immense druk?
“Op internationaal niveau worden ze vrij goed betaald. Dit is ook het geval voor topscheidsrechters in landen zoals Engeland, Italië en Spanje. In Nederland worden scheidsrechters dan weer deeltijds aangesteld en ontvangen ze een loon van de voetbalbond. In België krijgen ze nu 1500 euro per wedstrijd, maar ik verwacht dat die vergoeding in de komende jaren omhoog zal gaan. We moeten ons ook afvragen of ze niet voltijds met voetbal bezig kunnen zijn. In de aanloop naar het vorige WK heb ik twee en een half jaar de Europese topscheidsrechters gevolgd. Gemiddeld waren ze per week vijftig uur bezig met arbitrage. Dit omvat niet enkel trainingen en wedstrijden, maar ook presentaties en heel veel reizen. Het is niet evident om dat te combineren met een familieleven en een job.”
     
Hoe vaak geeft u training aan de scheidsrechters?
“De internationale scheidsrechters komen ongeveer veertig keer per seizoen naar hier. En vanaf volgend jaar trainen alle Belgische elite-scheidsrechters één keer per week in Leuven. Het is belangrijk dat ze samen kunnen trainen. Ik merk dat er daardoor de laatste jaren meer solidariteit is gekomen onder de scheidsrechters. Voor en na de training wisselen ze informatie uit over moeilijke spelers of ploegen.           Het kan ook bijzonder zinvol zijn om te praten over gemeenschappelijke problemen. Vanaf dit jaar bespreken we na de training enkele videofragmenten van het voorbij weekend. Dit zal bijdragen tot de consistentie in hun beslissingen.”

Hoe kijkt u aan tegen het experiment met de extra scheidsrechters achter het doel?
“Daar zit zeker en vast iets in. Het spotje op televisie met Collina klopt: hoe meer ogen, hoe meer we zien. Het probleem met dit experiment was dat de scheidsrechters andere looplijnen kregen van de UEFA dan ze in de competitie gewoon waren. Normaal volgen ze een wijde diagonaal van de ene hoek van het strafschopgebied naar de andere hoek daar schuin tegenover. Omwille van de positie van de extra scheidsrechters zijn die looplijnen in Europese matchen dus niet hetzelfde. Voor de scheidsrechters is de perceptie plots anders, nu ze een driehoek moeten vormen met de lijnrechter en de official achter het doel. Gelukkig gaan ze die officials volgend seizoen aan de andere kant van het doel zetten, waardoor hun vertrouwde looplijnen behouden blijven. Het is daarnaast heel belangrijk dat ze met een vast team kunnen werken. Zoals je in de documentaire Kill the referee kan zien wordt er via de oortjes veel gecommuniceerd. De scheidsrechters zijn daar zelf enorme voorstanders van.”

Uit onderzoek bleek dat 26 procent van de buitenspelfases op het WK 2002 verkeerd werden beoordeeld. In 2006 was dit gedaald naar 12 procent. Hoe hoog ligt dit percentage nu?
“We zijn met een nieuw onderzoek bezig, maar ik verwacht dat de cijfers een stuk lager liggen. De 26 procent in 2002 was echt van het goede te veel. Door al de trainingen die we hier doen op buitenspel, is het nu gelukkig veel verbeterd. Maar het blijft aartsmoeilijk.”

Zal er in de toekomst gebruik worden gemaakt van videobeelden?
“Men gelooft te gemakkelijk in de onfeilbaarheid van technologie. Sinds 2005 is adidas bezig met de Smartball (waarbij een chip in de bal aangeeft of hij over de doellijn is, nvdr) . Ik was erbij in Peru (op het WK -17 in 2005, nvdr), toen er doelpunten gesignaleerd werden op het moment dat de bal in de middencirkel was. Nadien is het systeem geperfectioneerd, maar het is nog altijd niet volledig waterdicht. Als dit op termijn wel het geval is, zal men allicht overwegen het toe te passen. Maar op dit moment kan de technologie dit duidelijk nog niet aan. Bovendien gaat het bij heel veel spelsituaties nog altijd om een menselijke interpretatie. Wanneer wij op training een oefening doen met videobeelden en aan de groep vragen of het een gele of een rode kaart moet zijn, dan zegt de ene helft geel en de andere helft rood. Als dit zich voordoet tijdens een wedstrijd, dan verschuift het probleem van het terrein naar de mensen achter de monitor. Het blijft een menselijke interpretatie en die is altijd individueel.
 

Door Maarten Verhoeven

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties