Real Sporting in de kijker

Dave Sentobin
| 0 reacties
Real Sporting in de kijker
Foto: © SC

Net als de voorgaande jaren blikt Voetbalkrant vooruit op het aankomende seizoen in de Spaanse Primera División. In een driedelige reeks bekijken we de drie promovendi uit de Spaanse tweede klasse. Vandaag bekijken we een klassieker: Real Sporting Gijón

Na tien donkere jaren in tweede klasse slaagden de Asturianen er vorig seizoen in om opnieuw naar eerste klasse te promoveren. De rojiblancos etaleerden bij wijlen aantrekkelijk voetbal en hadden ongetwijfeld ook een tikkeltje geluk dat ze andere jaren niet hadden. Ondanks de omkoopverhalen rond concurrent Real Sociedad – dat uiteindelijk om een teleurstellende vierde plaats eindigde – waren de mannen van coach Preciado koelbloedig genoeg om de derde plaats veilig te stellen. Toch duurde het tot de allerlaatste minuten van de competitie om die langverwachte promotie te kunnen vieren.
 
Rivaliteit
 
Buitenlandse schippers maakten voetbal populair in de Noord-Spaanse havenstad Gijón en begin 20ste eeuw – 1905 – werd Sporting Gijónes opgericht. Twee jaar later zag Sport Ovetense – de grote rivaal uit de Asturiaanse hoofdstad Oviedo – het levenslicht dat tijdens de aanvangsfase van de sport in Spanje de vaste sparringpartner van de rojiblancos was. Geleidelijk aan begonnen de Asturianen hun grenzen te verleggen en in 1917 nam de club voor het eerst deel aan het nationaal kampioenschap. In de selectie voor de oefeninterland tegen België in 1921 speelde zelfs al de eerste rojiblanco uit Gijón mee voor Spanje: Meana. In de jaren twintig schakelde men in Spanje over naar een professionele competitie en de toppers vertrokken naar grotere clubs waardoor Sporting eind jaren twintig in tweede speelde.
 
Na de Spaanse burgeroorlog promoveerde Real Gijón – het Franco-regime verbood immers barbarismen in de clubnamen – naar eerste klasse, elf jaar later dan aartsrivaal Oviedo. Tot midden de jaren zeventig sprongen de Asturianen van eerste naar tweede en omgekeerd. In diezelfde periode had de clubleiding besloten om een opleidingscentrum net buiten de stad op te richten: el Mareo. Hier werden later onder meer Abelardo, Luis Enrique en David Villa voor het topvoetbal klaargestoomd. Eind jaren zeventig begon dan een enorm succesrijke periode voor de fiere club uit het noorden.
 
Economische problemen
 
De club speelde zes keer Europees voetbal en behaalde zelfs twee maal op rij de finale van de Spaanse Copa del Rey. Maar begin jaren negentig sloeg de economische malaise toe in en rond het Molinón-stadion. Samen met de geldproblemen kwam enkele seizoenen later dan ook de onafwendbare sportieve teloorgang: degradatie naar Segunda. Desalniettemin bleef de Sporting-achterban – naar Spaans sociologisch onderzoek de 14de club in Spanje qua supporters – in zijn team geloven. Nu tien jaar later staan de rojiblancos eindelijk terug tussen de mensen, in Primera División.
 
Net als bij collega-promovendus Numancia verliep de voorbereiding niet echt vlot voor Preciado en zijn manschappen. Lange tijd kwam er geen versterking voor de onervaren en jonge ploeg. Bovendien kon de ploeg slechts twee keer winnen in de voorbereiding: tegen Pontevedra en AC Milan. Naast de ervaren Camacho en Carmelo (beiden Levante) werden ook Maldonado (Betis) en Colin (Ajax) in extremis aangekocht. Sporting heeft een loodzwaar programma, de promovendus speelt achtereenvolgens tegen Getafe, Sevilla, Barcelona, Real Madrid en Villarreal. “A por ellos!

Lees hier meer over promovendus Numancia.
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

La Liga

Nieuwste reacties