'Op papier', 'niets is zeker' of een 'zespuntenmatch': top 20 overgebruikte voetbalclichés

Eens je erop begint te letten, wordt het heel duidelijk dat voetballers, trainers, commentatoren en analisten vaak op dezelfde zinnetjes terugkeren. Zinnen zoals deze:

Niets is zeker in het voetbal

We bekijken het match per match

Op papier zijn ze de betere ploeg, maar voetbal moet altijd gespeeld worden

De ploeg die eerst scoort zal de match winnen

Een wedstrijd met twee gezichten

Het is een zespuntenmatch

De volgende match is een finale voor ons

We hebben nog vijf wedstrijden en we willen ze alle vijf winnen

De spelers moeten 200% geven

Comedy Capers!

Standard pleegt een hold-up

We kregen het deksel op de neus

Achteraf kunnen we er niets meer aan veranderen

We vergaten te voetballen

Die doelman zal vannacht slecht slapen

De keeper staat in een schietkraam

Die jongen weet de goal staan

Deze wedstrijd heeft een doelpunt nodig

Een match duurt 90 minuten

Een wedstrijd is pas voorbij als de scheidsrechter op zijn fluitje blaast

Onderzoek

Jaren geleden voerde Taalcentrum-VU een onderzoek naar dit fenomeen. "Je kunt wel zeggen dat voetballers vaak in algemeenheden vervallen. Zeker in pijnlijke situaties, als ze op de bank zitten bijvoorbeeld. In plaats van ‘ik’ gaan ze dan ‘je’ gebruiken. Ze nemen dan taaltechnisch afstand van de situatie."

"Ze zijn immers opgeleid om te voetballen, dat gaat hen vaak beter af dan daarover praten (gelukkig maar). Vergeet ook niet dat ze vaak niet de fijnste vragen krijgen: ‘Wat ging er fout?’ Ja, als ze dat nou eens wisten, dan zouden ze het wel anders hebben gedaan. Ga daar maar eens iets zinnigs over zeggen."

Welke clichés zijn we vergeten, maar ben jij hélémaal beu gehoord? Laat het ons weten in de commentaarsectie.