Column De Profliga-fratsen

Anthony Van der Planken
| 0 reacties
De Profliga-fratsen
Foto: © SC

Een week geleden leek het er sterk op dat de competitie vanaf volgend seizoen een andere gedaante zou aannemen. De eerste afdeling zou uitbreiden naar twintig teams, die in een herfst- en lentecompetitie tegen elkaar zouden spelen. Nog geen week later lijkt van die ambitie niets meer over te schieten.

Vier clubs hebben dat plan -het zogenaamde plan-Wijnants- nu resoluut afgeschoten. Op zich geen probleem, want in principe is er slechts een meerderheid van twaalf clubs nodig, ware het niet dat het niet om de minste clubs gaat. Moeskroen, Germinal Beerschot, Charleroi en AA Gent zorgen met hun njet zelfs voor een crisis binnen de Profliga.

In onze vorige column, schetsten we al de gelijkenissen tussen de competitiehervorming en de formatie van de Belgische regering. In beide gevallen werd er vergaderd in een kasteel, in beide gevallen zocht men naar een tweederdemeerderheid en in beide gevallen was er vooral veel protest vanuit Franstalig België. Nu blijkt er nog een parallel te zijn: de crisis.

Want als er vandaag op de crisisvergadering geen oplossing gevonden wordt, komt de Profliga mogelijk op de rand van de afgrond te staan. Anderlecht en Standard dreigden al om hun televisiegelden apart te gaan verkopen als er niet snel een grondige competitiehervorming komt. Als beide clubs hun dreigement straks ook uitvoeren, voelen ook Moeskroen, Germinal Beerschot, Charleroi en AA Gent dat in hun portefeuille. En dan gaat het niet om peanuts.

De meest markante rol in het hele verhaal is weggelegd voor Profliga-voorzitter Ivan De Witte. Binnen de Profliga wordt er getwijfeld aan zijn oprechtheid nu zijn club, AA Gent, zich kant tegen de hervormingsplannen. Sommigen verwijten hem te weinig aandacht te hebben voor het algemeen belang, en te veel voor het eigen clubbelang. En dat terwijl De Witte net zelf om die reden anderhalf jaar geleden een veto stelde tegen Roger Vanden Stock als bondsvoorzitter.

Maar wat is er dan op een week tijd veranderd? Wellicht heeft men in Gent ook eens gekeken naar het huidige klassement. In een hervormde competitie zou enkel de top vijf van de A-competitie ook na de winter in die A-competitie blijven. De vijf ondersten zakken naar de B-competitie en worden vervangen door teams uit de A-competitie. Het huidige klassement toont aan dat het geen certitude is dat AA Gent -toch het kleine broertje binnen de G5- ook bij die top vijf zou horen. Gent staat immers pas tiende op dit moment en zou in een hervormde competitie bij de winter wel eens kunnen afzakken naar de B-competitie.

En dus trekt AA Gent zijn staart in. Samen met Charleroi, Germinal Beerschot en Moeskroen voert het nu oppositie tegen de huidige hervormingsplannen. Omdat de vier clubs ook beseffen dat er iets moet gebeuren, leggen ze een verouderd voorstel op tafel. Een competitie met zestien teams en daarna play-offs.

Dat idee is even onhaalbaar als nutteloos. Onhaalbaar omdat er nooit een tweederdemeerderheid voor gevonden kan worden. AA Gent, Charleroi, Moeskroen en Germinal Beerschot zijn het idee wel genegen want zij weten dat ze gewoon in eerste blijven. Maar probeer degradatiekandidaten als Dender, KV Mechelen, FC Brussels, Bergen en Sint-Truiden daar maar eens van te overtuigen. Een probleem dat zich bij het plan-Wijnants niet stelt, want doordat de eerste klasse daarin uitgebreid wordt naar twintig teams, hebben die kleinere teams net méér zekerheid over hun verblijf in eerste.

Bovendien moet ook tweede klasse zijn fiat geven. Als de hoogste afdeling afslankt naar zestien teams, betekent dat ook twee extra teams uit tweede moeten degraderen. Het spreekt voor zich dat dat voor de tweedeklassers onbespreekbaar is.

En een inkrimping is ook vrij nutteloos. Eén van de grote doelstellingen van de competitiehervorming is het opdrijven van het niveau, het verhogen van het aantal toppers zodat de Belgische teams wekelijks aan een hoger ritme kunnen spelen en zo makkelijker kunnen inpikken op het ritme van Europees voetbal. Een inkrimping naar zestien clubs gaat volledig aan die doelstelling voorbij. Het aantal toppers blijft identiek. Ja, er zijn wel play-offs, maar die worden pas op het einde van het seizoen gespeeld. En dan is het Europees seizoen van onze Belgische teams uiteraard al gedaan. Wat de Belgische teams nodig hebben, is een hoger ritme aan het begin van het seizoen, zodat ze makkelijker meekunnen als ze geconfronteerd worden met een Europese tegenstander.

En dan hebben we het nog niet over die play-offs gehad. De vier oppositieclubs stellen voor om op het einde van het seizoen de nummers twee tot en met zes in barragewedstrijden te laten strijden om één Champions League – ticket en één UEFA-bekerticket, naar Nederlands model. Nochtans borrelt er bij onze noorderburen steeds meer protest op tegen die play-offs. Die waren oorspronkelijk bedoeld om het niveau van de Nederlandse clubs in Europa op te vijzelen, maar twee jaar later moet Nederland vaststellen dat het al in oktober vier van de zes Europagangers kwijt is.

In een Belgisch play-offsysteem zou het bovendien zomaar kunnen dat de nummer twee uit het klassement na een lange, uitputtende titelstrijd met twintig punten meer dan de derde zomaar een Europees ticket verliest omdat het twee wedstrijden wat minder speelt. Jawel, in een Belgisch play-offsysteem zou het best kunnen dat de vice-kampioen zonder Europees voetbal valt.

De nieuwe plannen -als we het al plannen kunnen noemen, het lijkt eerder een snel in elkaar geflanst ondoordacht idee- lijken dus allesbehalve de oplossing voor het Belgische voetbal. Eens te meer lijken de Belgische profclubs zich te verliezen in een hopeloze discussie die uiteindelijk toch tot niets leidt. Al jaren palaveren de topklassers over een hervorming, zonder succes. Nochtans is de tijd van mooie praatjes nu echt voorbij, er moeten nu eindelijk eens stappen ondernomen worden.

Wat het hele verhaal nog hilarischer maakt, is het feit dat de Profliga vorige week nog pleitte voor meer inspraak in de beslissingen van de Bond. Hoe denken ze dat te bewerkstelligen, als ze niet eens intern orde op zaken kunnen stellen? Hoe denkt de Profliga ooit zijn zegje binnen de bond te kunnen krijgen als de achttien eersteklassers zelf niet eens met één stem kunnen spreken?

De Profliga verwijt de bond maar al te graag te log te zijn, maar in feite is ze in net hetzelfde bedje ziek. Ze is al even inefficiënt, al even intern verdeeld, al even weinig slagvaardig en krachtdadig. Kortom, zowat alles wat het Belgische voetbal op dit moment kan missen als kiespijn.

Of is er nog hoop? De achttien eersteklassers komen vandaag bijeen in een crisisvergadering om de situatie te bespreken. Misschien komt er wel een compromis uit de bus, al is het nog maar de vraag hoe lang dat dit keer zal standhouden...

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties