Anderlecht wil hervorming, anders geen tv-geld

Anderlecht heeft de druk op de andere eersteklassers stevig opgevoerd. Nadat vier clubs woensdag plots de hervormingsplannen van de eerste afdeling op de helling zetten, stelt Anderlecht een duidelijk dilemma: een hervorming of géén televisiegeld.

Vorige week leek er een concensus om vanaf volgend seizoen de competitie met twintig teams in twee reeksen te spelen. Vier clubs -AA Gent, Moeskroen, Germinal Beerschot en Charleroi- kwamen deze week echter op hun stappen terug. Zij willen nu een inkrimping met slechts zestien clubs in eerste, in combinatie met play-offs. 

Dat is bij de andere clubs in het verkeerde keelgat geschoten. En dan vooral Anderlecht, dat al jaren ijvert voor een competitiehervorming. Manager Herman Van Holsbeeck is dan ook duidelijk: als er géén hervorming komt, zal Anderlecht zijn televisierechten apart verkopen. 

Traditiegetrouw steken de Belgische voetbalclubs hun televisierechten in een gezamelijke pot, die dan samen aan een televisiepartner verkocht worden. Het leidt geen twijfel dat de televisierechten van pakweg Anderlecht of Club Brugge de waarde van dat pakket in grote mate bepalen. Op die manier krijgen de kleinere teams bovenmatig veel televisiegeld. 

Als dus Anderlecht straks zijn televisierechten uit die pot haalt, betekent dat dat het televisiepakket drastisch in waarde zal afnemen. De kleinere clubs zullen dus veel minder geld ontvangen, terwijl Anderlecht zelf zijn eigen inkomsten uit televisie zou kunnen verveelvoudigen.

Anderlecht is bovendien niet de enige club die dreigt zijn televisierechten weg te halen. Ook Standard denkt daar luidop aan. En eens die twee clubs dat doen, staat ook de andere topclubs niets in de weg om gelijkaardige stappen te zetten.

In ieder geval is het dilemma dat Anderlecht stelt eentje dat kan tellen. Het voert de druk op de andere eersteklassers, en dan vooral op diegenen die weigerachtig staan tegenover het plan, stevig op.

Zij stemden dan ook vandaag in met het idee om een (Nederlands) extern bureau de competitiehervorming te laten bestuderen. De resultaten daarvan zouden moeten leiden tot een stemming, waarbij een tweederdemeerderheid onder de achttien clubs (twaalf clubs dus) voldoende is om vanaf volgend seizoen al in een nieuwe competitie te spelen.