Interview: Hoe frisco's een voetbalclub kunnen redden

“In Mechelen word je geboren als Racinger of als Kakker”, benadrukt Edmond Phlips, de voorzitter van Racing Mechelen. “Ik kom al sinds mijn vier jaar naar de Racing. Was het voor de frisco’s of voor het voetbal, ik weet het niet meer. Ik ben blijven terugkomen naar deze (h)eerlijke club.”

 

Edmond ‘Mon’ Phlips is een opvallende voorzitter. Op Het Kiel vierde hij de kwalificatie met vikinghoed in groen-witte kleuren. “Dat is toch het mooie aan voetbal. Samen met het 100-jarig bestaan van de club en onze eerste fandag was het één van mijn mooiste momenten van Racing.”

 

Phlips beleefde echter ook moeilijkere momenten. “In 1976 heb ik mijn zwartste moment uit mijn voetballeven beleefd. Twee minuten voor tijd kregen we een strafschop tegen Jette. Van Volksem kwam echter op zijn beslissing terug en gaf een doeltrap. Racing Mechelen zakte naar tweede. Ik heb toen op de tribune geweend.”

 

 

“Ik ben nu twee jaar voorzitter, maar ik wou eigenlijk nooit in het bestuur komen. In 1976 ben ik begonnen met de sponsoring van de jeugd. Ik heb altijd naast het bestuur geleefd. Ze mochten altijd beroep op mij doen. Na het geval met de Georgiërs (die in 2000 zwart geld in Racing Mechelen wilden investeren, nvdr.) hebben ze mij gevraagd om in het bestuur te komen. Ik heb toegehapt en samen met voorzitter Leemans de club een eerste keer gered. Twee jaar geleden zijn we met een nieuw bestuur begonnen en heb ik de club een tweede keer gered.”

 

“Dit jaar is top vijf de ambitie. We staan vierde en zitten dus op schema. Een terugkeer naar eerste klasse blijft een verre droom. Wij zitten nu al vijftien jaar in derde klasse. Je gaat niet in een knipperlicht naar tweede. Ik wil er geen termijn op plakken, maar wij willen zo vlug mogelijk stijgen. Wij kunnen het. Wij zijn in staat om zelf onze boontjes te doppen. Wij gaan geen onnozelheden doen. Yellow Red is in faling gegaan, maar wij hebben altijd de werkman, den bakker en de melkboer betaald. Daarom spelen wij in derde klasse. Zij hebben die niet betaald. 650 miljoen schulden en de werkman en de brouwer zijn niet betaald. Met zoiets zou ik nooit kunnen leven. Je mag zoveel schulden hebben als je wil. Als je de bondstaksen en de RSZ betaalt, dan mag je verder werken. Daar moeten ze eens serieus werk van maken.”

 

“De uitschakeling tegen Diksmuide vorig jaar was een desillusie, maar achteraf bezien was die nederlaag het beste wat deze club kon overkomen. We hebben trainer Colin Andrews buiten gezet en Regi Van Acker binnengehaald. Iemand met ervaring en iemand die meer als meer heeft gedaan voor deze club.”

 

 

“Onze bekercampagne is al geslaagd. Ik had dit nooit verwacht. Mijn vader zal in zijn graf applaudisseren. Op dit moment hebben we een positieve balans van 5.000 euro. Dat kan vandaag echter meteen weg zijn aan winstpremies. Bij kwalificatie zou twee keer tegen Dender een financiële catastrofe geweest zijn. De wedstrijd tegen Germinal Beerschot hebben we verkocht uit financiële overwegingen. Nu wilden we absoluut thuis spelen en gaan we voor de winst. Meer dan 42 mensen hebben voor de spelers het veld sneeuwvrij gemaakt. Het is nu aan de spelers om iets terug te doen voor die mensen.”

“De frustratie groeit. In de regionale kranten krijgen wij nog minder aandacht dan Boom of Willebroek. Dat doet mij meer en meer pijn. Daarom deed de wedstrijd op Germinal Beershot mij plezier. Wij kregen aandacht in de nationale kranten. Als oudste ploeg in Mechelen moeten we altijd onderdoen voor Yellow Red. Ook bij het stadsbestuur. Dat doet pijn.”

“Aan het stadion van KV Mechelen heb ik veel geld verdiend. Ik heb er alle metaalwerken gedaan en heb al het geld in Racing Mechelen gepompt. Het dossier van een gemeenschappelijk stadion volg ik al op sinds 1992. Ik zal mijn kleinkinderen nooit moeten zeggen dat ik de boot gemist heb om in dat project te stappen. Yellow Red moet volgend jaar een oplossing hebben, maar wij zijn geen vragende partij. De stad zou wel duidelijk moeten zeggen waar ze het stadion wil. Dan kunnen we verder praten met een bouwpromotor. Met gazettepraat zijn we niets. Het stadsbestuur moet stoppen met hopeloze beloftes. Ik geloof niet dat ze snel met een goed project voor de dag zullen komen. Ik ga er vanuit dat we nog lang in het Oscar Van Kesbeeckstadion, dat eigendom is van de club, spelen. Er zijn kosten aan, maar het blijft een prachtig stadion.”

 

“Er zullen geen transfers komen. We hebben vertrouwen in de huidige kern. Een speler die wil vertrekken zullen we ook nooit tegenhouden. Sint-Truiden toonde interesse in Claesen en wilde hem een week op proef. Dat heb ik tegengehouden. Ze moeten maar naar ons komen kijken. Ik heb zelf een oefenwedstrijd voorgesteld, maar dat was te moeilijk voor hen.”

 

“Hamoir, het is erg dat zo’n ploeg met zo’n veld in derde klasse mag spelen. Wij kwamen daar aan en kregen als bestuur tien klapstoelen – zo’n klassieke klapstoelen – die naast het veld aan de bar werden gezet. Wij mochten daar gaan zitten. Ongelooflijk. Die mensen waren niet rijp voor derde klasse. Het wordt tijd dat de voetbalbond eens bekijkt wie waar mag spelen.” (AN)