Interview Beker was geen feest: "Iedereen snakt naar dat weekje rust"

Door Johan Walckiers

Het was een beetje bedroevend om te zien hoe weinig volk gisteren zijn warme huiskamer verliet om naar de Beker te komen kijken. "Tja, dat is van alle tijden en landen", zegt Severeyns aan Voetbalkrant.com. "De Beker wordt pas interessant vanaf de halve finales. Dat is een algemeen verschijnsel. Topploegen stellen hun beste ploeg niet op voor de halve finales. Het is een beetje te vergelijken met de League Cup in Engeland. Daar wordt ook veel geëxperimenteerd."

"Als je niet 100 procent voor de Beker gaat, lig je er uit"

Maar voor sommigen is het wel een unieke kans. "Als je ziet dat Club, Anderlecht en Standard er al uitliggen, is het voor ploegen als Lokeren, Kortrijk en Gent een ideaal moment om er wel vol voor te gaan. Het blijft de kortste weg naar Europa. Ik zeg niet dat Anderlecht zelfs met een reserve-elftal niet altijd moet winnen van Westerlo, maar in de Beker moet je er voluit voor gaan. En de ploegen die dat doen, vind je in deze fase dan ook terug. Kijk maar naar de afgelopen 20 jaar. Hoeveel keer won iemand van de topdrie in de competitie de Beker? Als je niet 100 procent de beuk er in gooit, lig er uit", aldus Severeyns.

Bekervoetbal half december, na een heel druk programma, komt blijkbaar ook het spelniveau niet ten goede. "Rond deze periode zit iedereen op zijn tandvlees. Iedereen wil dat weekje of zo rust. Of het moet zijn dat een kleinere ploeg net drie keer na elkaar gewonnen heeft en die zeggen dan dat het ongelegen komt. Maar ik speel zelf nog in provinciale en ik kijk ook uit naar die winterstop. Ik weet nog dat ik daar vroeger ook altijd naar uitkeek. In eerste nationale kan je je natuurlijk niet laten gaan, maar even die gedachten verzetten. Even weg van het voetbal... dat is mentaal heel belangrijk. Even die spanning loslaten."

"In Italië speelden we al Beker voor het seizoen begon"

Severeyns speelde nog een seizoen bij Pisa, in Italië, en ontdekte daar een interessante formule. "Wij speelden nog voor de competitie begon een poulefase met nog een andere eersteklasser en dan ploegen uit tweede, derde en vierde. Je speelde twee thuismatchen en twee uitmatchen. De eerste twee gingen door en dan kwam je in een poule met drie. Dan speelde je één thuismatch en één uitmatch. En dan bleven er nog zestien clubs over."

"Bij ons zit die kalender voor veel ploegen ook propvol. Toen ik nog in eerste zat, waren we met 18 en speelden we 34 matchen. Nu zijn er dat 40. Reken daarbij de Europese matchen van de topploegen, ook in de kwalificatie en je zit aan 50. Dan komen daar nog de vriendschappelijke wedstrijden bij. Na nieuwjaar is het iets kalmer, want dan liggen er toch al veel uit de Europese competities. En nu moet je je één weekje gaan opladen en dan is het begin januari al stage. Het is druk, laat dat duidelijk zijn", besluit Severeyns.