Clubs vanonder het stof: Royal Union Saint-Gilloise

Manuel Gonzalez
Manuel Gonzalez
| 4 reacties
Clubs vanonder het stof: Royal Union Saint-Gilloise
Foto: © SC

Elke week halen we een club van onder het stof. Deze week is dat Royal Union Saint-Gilloise, kortweg Union. Het was voor de Tweede Wereldoorlog de succesvolste Belgische club en wist in de hoogste afdeling elf keer de landstitel te winnen. Enkel Anderlecht en Club Brugge wonnen er al meer.

Door Nicholas Meyers

Geschiedenis in eerste klasse

Union Saint-Gilloise werd opgericht in 1897, met stamnummer 10. Ze gingen een jaar later van start in de Tweede Afdeling, en konden zich voor het eerst naar de Ereafdeling hijsen in het seizoen 1901/1902. Ze begonnen al snel een belangrijke rol te spelen in de competitie en konden in 7 jaar tijd 6 keer de landstitel veroveren. (Anderlecht is de enige ploeg die hetzelfde kan zeggen: zij wonnen tussen ’62 en 68’ ook zes keer de landstitel in zeven jaar, nvdr.) Union bereikte in 1904, 1905, 1907 en 1908 ook telkens de finale het Franse Challenge International Du Nord-toernooi, het enige buitenlandse toernooi waaraan men toen kon deelnemen, een soort vroege van voorloper van de Champions League (enkel voor clubs uit België, Frankrijk, Nederland, Zwitserland en Engeland, nvdr.). Ze wonnen drie keer, enkel in 1908 verloren ze hun finale tegen stadsgenoot Racing Club Brussel. Vóór het begin van de Eerste Wereldoorlog kon Union nog een zevende titel winnen in 1913 en tweemaal de beker in 1913 en 1914.

Tot 1933 kon Union geen echt bepalende rol spelen in de Eertse Klasse. Ze wonnen wel hun achtste titel in 1923, een jaar nadat de club naar aanleiding van hun 25-jarig bestaan was omgedoopt tot Union Royale Saint-Gilloise. In 1919 verhuisden ze ook naar een nieuw stadion, toen nog het Dudenpark genoemd, waarvan in ’31 de naam werd veranderd in het Stade Joseph Marien, waar ze tot op de dag van vandaag hun wedstrijden spelen.

Vanaf de jaren 30 ging het met de club weer een stuk beter: ’33, ’34 en ’35 werden historische jaren voor Union, waarin ze drie keer na elkaar de titel wonnen en 60 competitiewedstrijden op rij ongeslagen waren. Ze kregen toen de bijnaam Union 60. Tot op heden deed geen enkele Belgische club hen dat na. KVSK United (nu Lommel, nvdr.) kwam in 2006 het dichtst in de buurt van dit record met 42 ongeslagen competitiewedstrijden. Elk jaar wordt er trouwens nog steeds in eer van de toenmalige aanvoerder van Union, Jules Pappaert, de Pappaertbeker uitgereikt aan de Belgische club die het langst ongeslagen bleef in de competitie. Absoluut recordhouder is het Roemeense Steaua Boekarest met 106 ongeslagen competitiewedstrijden tussen 1986 en 1989.

Deze drie laatste titels brengen Union op hun totaal van 11. Vanaf 1936 gaat het bergaf met de eens zo succesvolle club. Tot 1973 speelden nog 30 seizoenen in de Eerste Klasse, maar degradeerden ook al driemaal naar Tweede Klasse. Vanaf het seizoen ’73-’74 zouden we Royale Union Saint-Gilloise nooit meer terugzien in de Eerste Klasse. Het familiale Brusselse clubje kon zich niet snel genoeg aanpassen aan de steeds moderner wordende voetbalwereld, en moest zo het grote toneel verlaten.

Huidige periode

Na 1973 speelde de club vooral in Derde Klasse. In 2004 kenden ze nog een opflakkering en konden weer in Tweede Klasse spelen. Daar konden ze echter moeilijk boven water blijven, trainer Joe Tshupula Kande werd in 2007 ontslagen en vervangen door ex-Rode Duivel Alex Czerniatynski. Hij bleef er maar één seizoen trainer. In 2008 zakte Union weer weg naar Derde Klasse. Tussen 2007 en 2014 vonden er trouwens nog 12 trainerswissels plaats bij de club. Onder leiding van trainer Grégory Vanmaldebeke speelt de “enige échte Brusselse club” -volgens hun supporters althans - daar nu nog steeds. Ze staan er voorlopig zevende met 34 punten, 19 minder dan leider Zaventem. In het seizoen 2012-2013 mocht Union voor het eerst nog eens aantreden in een officiële wedstrijd tegen een eersteklasser. Het haalde de 1/16de finales van de Cofidis Cup, die het wel kansloos verloor met 6-0.

Grootste namen

Jules Pappaert is waarschijnlijk de bekendste speler die voor Union gespeeld heeft. Hij speelde 18 seizoenen voor de Brusselaars, waaronder de drie legendarische jaren ’33, ’34 en ’35 waar hij er mee voor zorgde dat Union 60 wedstrijden ongeslagen bleef in de competitie, tot op heden het record in België. Sinds ’53 reikt men in België in zijn eer de Pappaertbeker uit aan de Belgische club die het langst ongeslagen kan blijven in de Eerste, Tweede of Derde Klasse. Pappaert “de pataat” mocht ook vier keer meespelen met de Rode Duivels. Hij overleed op 40-jarige leeftijd. Op dit moment spelen Anthony Portier (ex-Oostende en Cercle Brugge, nvdr.) en Jamaïque Vandamme (speelde voor Roda JC, Bergen en Oostende, nvdr.) als bekendste namen bij de Brusselse club uit Sint-Gillis.

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Play-off 1

Play-off 2

Nieuwste reacties