Analyse De remonte van het eerherstel

Erik Huygens
| 11 reacties
De remonte van het eerherstel
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

De strijd om de derde plaats blijft ongemeen spannend. In de veronderstelling dat Club Brugge en Standard in de lange laatste rechte lijn niet dramatisch wegzinken woedt er in de fel verlichte achtergrond een kletterend gevecht om de derde plaats.

Cercle Brugge, Germinal Beerschot, Anderlecht en AA Gent azen likkebaardend op het brons en misschien zelfs meer. Racing Genk, te ver uit koers geslagen, kan opnieuw beginnen en toch nog een mooi slot aan een lelijk seizoen breien.

Hoe is het mogelijk? Een riante voorsprong van 4-1 in amper 45 minuten toch nog uit handen geven. Het is de sensatie en de tot treurens toe herhaalde revelatie Cercle Brugge overkomen aan de stormachtige boorden van de Maas. Gedreven door de niet aflatende hype, het gezonde en eervolle geloof in eigen kracht en het grof pokeren van coach Glen De Boeck kraakte Cercle in de allerlaatste minuten van het glinsterende bekeravontuur. Het eindsignaal moet aangekomen zijn als een acute opstoot van reflux met het brandende zuur stuwend tot aan de binnenkant van de lippen. Zeer pijnlijk. De sympathieke vereniging kansloos tegen de slechtste grasmat van heel België gemept. Het betonvoetbal van Dirk Geeraerd en zijn door menig voetballiefhebber afgebroken en tot op het bot afgeschraapte statische Roeselare was nog niet helemaal verteerd en dan dit. De keerzijde van de speelse hype. En dan te weten dat het precies Roeselare is die als enige ploeg in de Jupiler League vorig seizoen op geen enkele 0-0 draw kon betrapt worden. Het ene jaar is dan ook het andere niet. En dat geldt alleszins ook voor Cercle en alhoewel de beker deze jaargang definitief afgelopen is maakt men zich verder op om, in de sexy en verleidelijke stijl die de groen-zwarte vereniging dit seizoen hanteert en uitstraalt, de derde plaats veilig te stellen. Maar helaas uit de beker na heer en meester te zijn geweest over een zelf gecreëerde en gedroomde uitgangspositie.

Men kan zeggen: maar het was wel tegen Standard, de ploeg met een imposante en nimmer uitdovende fysiek en een niet aflatende, tot een exclusieve godenstatus verheven twaalfde man. Sommigen durven ook beweren: een schande, het was maar tegen Standard: het gefrustreerde team licht ontvlambare lunatics – reeds te lang op jacht naar De Heilige Graal – met een eindsprint trager dan die van een gepensioneerde slak. Men kan, gelukkig meestal onschadelijk en vaak in het eigen duistere hoofd blind ronddolend, zoveel onzinnige dingen zeggen zonder daarvoor, besmeurd met pek en veren, hardhandig buiten de kalklijnen gezet te worden.

Germinal Beerschot viseert de derde plaats en heeft zich, moeiteloos, verzekerd van een dure plaats in de halve finales van de Belgische Beker. De terugwedstrijd werd slechts gespeeld om de schijn hoog te houden. Dirk Geeraerd hoefde niet langer beton te storten en Germinal Beerschot moest weinig tot niets. Ook dat is een luxe. Wat Standard en AA Gent, een ploeg even wisselvallig als het weer in onze contreien, wel lukten was Roeselare slechts door weinigen gegund. Het beton was nog niet gietklaar toen ze eind januari collectief versteenden op het veld van Germinal Beerschot en met een loodzware 5-1 nederlaag in alle gelederen afgepoeierd werden.  Zulks vergeet men niet licht en moest gewroken worden met het gieten van super beton in de volgende wedstrijden. Standard en Cercle liepen zich vervolgens lens en tureluurs op de onwrikbare muur.

Met de komst van Cercle Brugge naar Het Kiel is het moment en de gelegenheid gekomen de sputterende Cercle motor het zwijgen op te leggen. Maar dan zal er, offensief althans, uit een ander vaatje getapt moeten worden. De Kielse kanonnen blijven angstwekkend stil de laatste weken en de Argentijnse wervelwind is afgezwakt tot een lichte bries waar slechts weinigen een extra sjaal voor aantrekken. Misschien is het slechts stilte voor de storm: ook een storm is een glas water is een storm. En het zou weleens een zware inschattingsfout kunnen zijn Cercle op het pure mentale gebied te onderschatten.

Wie we daar hebben! Anderlecht dreef Bordeaux – verwaterd tot een fletse, karakterloze wijn die men royaal schenkt in te goedkope etablissementen - tot wanhoop en plaatste zich verdiend voor de volgende ronde in de UEFA-Cup maar ging enkele dagen later, uitgeput als een amechtig paard, tenonder aan de sluwe hindernis opgetrokken aan De Gaverbeek. Zo wordt de weg naar de felbegeerde derde plaats enkel moeizamer te bewandelen, de top verder weggegleden uit het troebele gezichtsveld. Het worden nog drukke momenten voor Anderlecht. Alom vertegenwoordigd en klaar om volgende midweek Bayern München recht in de ogen te kijken.
Maar dan moeten de hoofdstedelingen eerst nog voorbij Racing Genk. Een aartsgevaarlijke wedstrijd om enkele liters vertrouwen te tanken. De gevallen Limburgse Engelen zonder Hugo Broos maar met Ronny Van Geneugden aan het beverige stuur van een vastgelopen bolide. Het doek is, uiteindelijk, dan toch gevallen voor een getormenteerde Hugo Broos die niet langer ongewenste bisnummers mocht opvoeren.
De nieuwe hoofdcoach rekent op het eergevoel van zijn spelers en wil het beschaamde vertrouwen van de lijdende supporters terugwinnen. Wie hem,  in lang vervlogen tijden, bezig zag op het veld weet nu reeds dat hij zijn opgedragen missie met trots en vuur zal volbrengen en van een mentaal gesloopt Racing Genk opnieuw een bestuurbare wagen zal maken. De achterstand is te groot geworden om de opgelopen schade in te halen maar er zal opnieuw gereden worden. Voor diegenen die te lang stilgestaan hebben een deugddoende verademing het pedaal nog eens diep in te kunnen drukken. Een kenner kan het nu reeds zien. Onder Ronny Van Geneugden zal Racing Genk opnieuw leren dominant en enthousiast te voetballen, zich emotioneel te herpakken en op een volwassen manier van zich af te bijten. Fijn, gestileerd, met precisie en gevoel voor harmonie. Naar het evenbeeld van Ronny’s snor en Genks authentieke clubfilosofie.

AA Gent. Soms doen ze je denken aan hardnekkige doch toffe, ludieke en goedmenende scouts die truffels verkopen en het volgende weekend alreeds een wafelenbak houden. Je kan je deur geen halve minuut op een kier laten om je portefeuille in de woonkamer te halen of ze bellen reeds, zeer ongeduldig, opnieuw aan. Na het afschuwelijke 5-1 misbaksel in Kortrijk stierf de stikkende Buffalo-kreet een stille dood maar enkele weken later werden de onoverwinnelijk gewaande Kerels in Het Ottenstadion gedegradeerd tot huilende schooljongens. Het was een nooit meer te vergeten marteling in de dode minuten van een waanzinnige bekerpartij voor de gechoqueerde bezoekers. De schizofrenie van AA Gent. De sportieve belichaming van Dr. Jekyll and Mr. Hyde. Het ene moment klaar om de hemel te bestormen om daarna, abrupt en pijnlijk, niet eens het trapje van het perron op te geraken zonder te struikelen.
Het maakt van AA Gent een onvoorspelbare, grillige ploeg. Zij reizen zaterdagavond af naar Schiervelde met de welomlijnde opdracht de drie punten mee te graaien uit Roeselare. Zou Dirk Geeraerd, bij wijze van mokkend protest en puberale rebellerie, het opnieuw aandurven alles te betonneren? Op zich geen slecht idee. Wie zijn voetbalveld betonneert voorkomt daarmee dat zijn team, in alle opzichten, nog dieper zakt.
Geruchten doen alreeds de ronde dat, ’s nachts en incognito, een hopeloos ogende Enzo Scifo op Schiervelde ronddwaalt op zoek naar beton en extra muren om zijn Moeskroen in extremis tegen zichzelf en de sportieve ondergang te beschermen.

De staart van de rangschikking kwispelt traag als de schuifelende danspasjes van houterige oudjes op bonte avonden. Het is de onkenbaar geworden oude hond - droge neus, doffe huid, bloeddoorlopen ogen, slechte adem, reuma in de gewrichten – die in de verte de kerkklok van zijn thuis hoort luiden maar lang niet zeker is nog voor het donker veilig thuis aan te komen. Dit is het - te opzichtig zelf gezochte en niet eens onverdiende -  lot van Brussels. Een ploeg even populair als een verstopt toilet. Het zal voor hen de wedstrijd van de laatste kans worden op bezoek bij De Kanaries. Zij zingen opnieuw – ingehouden maar met een hoog opverend fladderend geloof - want voor hen doemt een krakend nieuwe lente op. De lente van de verhoopte redding. Maar ze blijven eveneens op hun hoede want de afstand naar het veilige vasteland is nog groot. Bedeesd en vol angst voor de fatale blunder in een wedstrijd die niet mag verloren worden. Het is als anderhalf uur lang op eieren lopen. Als je maar lang genoeg oefent en volhardt kan je het uiteindelijk zonder er één te breken. Bij Brussels hebben ze, helaas voor hen, dit seizoen omeletten en uitsmijters op overschot. Geen rechtgeaard voetbaldier wil er ook maar een hap van degousteren.

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties