Reservencompetitie maakt plaats voor beloften

Vanaf volgend seizoen zal de reservencompetitie worden hervormd. De focus zal komen te liggen op de beloften, met andere woorden spelers jonger dan 21.

De Profliga keurde gisteren het plan om van een reserven- naar een beloftencompetitie over te schakelen goed. Daarmee hoopt men de jeugd een duwtje in de rug te geven. Het gebeurde immers maar al te vaak dat clubs hun reservenwedstrijden gebruikten om spelers uit die A-kern die op de bank zitten, wedstrijdritme te geven door hen met de reserven te laten meespelen, ten koste van de jonge talenten. Daar komt nu dus verandering in.

Vanaf volgend seizoen zal de beloftencompetitie in eerste klasse dus voorbehouden zijn voor de échte jongeren. Elk team mag maximum drie spelers ouder dan 21 op het wedstrijdblad hebben staan. Er zal ook maar plaats zijn voor één eventuele tester. Bovendien moeten er minstens zeven Belgen op het veld staan (of buitenlanders die minstens drie jaar in ons land zijn opgeleid).

De wedstrijden moeten op vrijdag- of maandagavond gespeeld worden, en dat op het hoofdterrein van de club, of op een veld dat aan de normen van betaald voetbal (tweede klasse) voldoet.

De Profliga onderzoekt ook de mogelijkheid om de beloftencompetitie los te koppelen van de eerste competitie, zodat de beloftenteams ook kunnen promoveren of degraderen, zonder afhankelijk te zijn van het A-elftal. Nu zakt immers het reservenelftal mee als het A-elftal degradeert, zelfs als dat reservenelftal aan de top van de reservencompetitie eindigde.