Interview Broos: "Ik had misschien wel de T2 van Wilmots willen zijn"

Frank Deckers
| 47 reacties
Broos: "Ik had misschien wel de T2 van Wilmots willen zijn"
Foto: © SC

Hugo Broos heeft op voetbalvlak alles al bewezen. De voormalige verdediger is als speler en als trainer landskampioen geweest, maar toch komt hij nu niet meer aan de bak. Voetbalkrant.com ging met hem praten over het Belgische voetbal en zijn frustraties.

Zulte Waregem is dit jaar de seizoensrevelatie. U kreeg het team twee jaar geleden niet op de rails. Wat is het grootste verschil tussen het Zulte Waregem van nu en van twee jaar geleden?

“De toenmalige manager Mannaerts en voorzitter Naessens hebben mij zelf gezegd dat hun transferbeleid op dat moment niet goed was én dat ze een groep gecreëerd hadden met een zeer slechte mentaliteit”, zegt Hugo Broos. “De voorzitter had ook echt schrik voor de degradatie. De kleedkamer was verziekt en daar kon enkel het bestuur iets aan veranderen.”

Kunnen een paar transfers de mentaliteit echt zo fel doen veranderen?

“Het gaat niet altijd om de nieuwe spelers, in dit geval was het vertrek van een aantal spelers doorslaggevend. De kleedkamer is door Francky Dury gekuist en dan zie je dat zelfs een subtopper ver kan geraken. Want we moeten eerlijk zijn. Patrick Decuyper heeft ongelooflijke dromen, maar het succes van Zulte Waregem is de verdienste van Dury.”

“Nu komt echter het moeilijke jaar voor Essevee”, voorspelt Broos. “Bevestigen is altijd moeilijker. Het komend seizoen zal knap lastig worden. Zulte Waregem heeft nu de naam en daar moeten ze tegen opboksen. De kleinere ploegen zullen tegen ze voetballen zoals tegen Anderlecht of Club Brugge en dat is altijd moeilijker. Aan de andere kant is het ook niet realistisch om van Zulte Waregem te eisen dat ze volgend seizoen opnieuw meedoen voor de titel.”

Toen u actief was als speler wonnen Belgische ploegen nog de Europacup. Hoe hebt u de afzwakking van de Belgische competitie meegemaakt?

Het is jammer, maar er is slechts één oorzaak. Jong talent wordt hier weggeplukt en ze vervangen de beloftes door middelmatige buitenlanders”, aldus Broos. “De leiders van de topclubs zeggen dat evenwaardige spelers niet betaalbaar zijn, maar waarom laten ze hun talenten dan soms zo makkelijk gaan”

“Vroeger speelden er met Rensenbrink of Lozano echte wereldspitsen in België. Nu kan men die niet meer betalen en dat is spijtig voor ons voetbal. Misschien kunnen onze clubs wel de betere spelers betalen, maar durven ze dat bedrag niet op tafel te leggen omdat de kans op een miskoop dan fataal is.”

“Onze jeugdopleiding was de voorbije twintig jaar ook rampzalig. Nu komt dat opnieuw op gang, maar dat heeft veel te lang geduurd. Nu begrijpen de Belgische ploegen dat de jeugdopleiding van kapitaal belang is, maar vroeger was dat eerder een noodzakelijk kwaad”, zegt de voormalige verdediger.

“Er zijn ook trainers geweest die de jeugd altijd links liet liggen. Ik heb geprobeerd om de jongelingen toch te laten doorbreken. Onder mijn leiding zijn Vandenborre, Kompany en Blondel bijvoorbeeld basisspelers geworden. En dan vergeet ik nog Pocognoli en Defour.“

Het Belgisch talent breekt de laatste jaren ook door in het buitenland. Wij kunnen onze talenten moeilijk vasthouden.

“Wij moeten ons realiseren dat twee of drie miljoen voor een speler niet veel is. De Belgische clubs zijn dan al tevreden, maar ze moeten durven strenger te zijn. We moeten laten voelen dat we niet enkel een opleidingscentrum zijn. Alleen dan kan onze competitie ook omhoog gaan, en dat moet dringend gebeuren.”

U heeft nog in Turkije gewerkt. De laatste jaren is die competitie zich aan het opwerken tot de nieuwe topcompetitie.

“België verschilt niet veel van Turkije”, aldus Hugo Broos. “De top drie heeft misschien een hoger niveau, maar de rest is hetzelfde. Het is zoals in Griekenland. Het lijkt misschien beter, maar dat is het niet.”

“Wat wel verschilt is de mentaliteit van de jonge Turkse voetballer. Daar weten de jeugdspelers dat ze blij moeten zijn moet een job als profvoetballer. Bij ons is men er niet altijd van bewust dat ze veel geld verdienen. Op dat vlak is de mentaliteit beter in Turkije. Aan de andere kant is dat de taak van de jeugdcoördinator en moet die zijn job goed doen”, vindt Broos. “De jeugdopleiding van de Belgische topclubs is de laatste jaren echter echt wel aan het verbeteren. Een aantal jongeren breken door in onze topclubs, enkel Club Brugge loopt een beetje achter op dat vlak.”

U bent zelf al meer dan een jaar werkloos. Wat is volgens u de reden dat u geen aanbiedingen meer krijgt?

“Ik heb er een lang mijn hoofd over gebroken, maar ik ben daar mee gestopt. Het laatste jaar heb ik een aantal aanbiedingen uit het buitenland gehad en Cercle Brugge heeft ook gepolst. Maar zij hebben toen voor Foeke Booy gekozen, wat uiteindelijk niet goed is uitgedraaid.”

“Ik word op veel plaatsen genoemd, maar ik weet zelf van niets. Het gerucht van Vitesse is daar een voorbeeld van”, aldus Broos. “Een jaar geleden was ik blijkbaar ook bijna trainer in Hongarije geworden. In een Hongaarse  krant stond zelfs al een groot artikel met de zekerheid dat ik ging beginnen, maar ik wist van niets.”

Wil u enkel trainer zijn of ziet u een andere functie binnen een club ook zitten?

“Ik wil graag opnieuw gaan werken in de voetbalwereld. Het maakt echt niet uit in welke functie. Met mijn ervaring kan ik nog veel clubs een dienst bewijzen, bij voorbeeld als technisch directeur of scout. Ik hoor echter vaak dat ik te duur ben, maar niemand vraagt mij hoeveel ik wil verdienen. Hoe kunnen ze dan weten hoeveel ik kost. Trouwens, als je bij Zulte Waregem trainer kan zijn ben je niet te duur.”

Het Belgische voetbal wordt overspoeld door buitenlandse trainers en daar bent u de dupe van.

“Ik vind dat een spijtige zaak. In bijna alle Europese competities zijn er enkel trainers uit eigen land actief, behalve in België. Wij geven de voorkeur aan Spanjaarden die de taal niet eens machtig zijn. Als ik dan hoor dat een compleet onbekende Israëliër Standard mag trainen word ik kwaad.”

“Vercauteren, Van der Elst, Bob Peeters, Mathijssen, en ga zo maar verder. Het aantal Belgische trainers die niet aan de bak komen is echt alarmerend. Als een trainer als Daum naar hier komt vind ik dat zeer positief, want die heeft al veel bewezen als coach. Maar Luzon is geflopt in eigen land, dan begrijp ik niet dat die hier een topclub mag leiden.”

“Het is toch vreemd dat een trainer hier wordt aangesteld zonder dat die een van de twee landstalen kent. Ze zijn zelfs het Engels soms niet machtig, dat begrijp ik niet. Daar kan ik echt kwaad van worden.”

U bent een van de weinige trainers die nooit voor de Belgische Voetbalbond heeft gewerkt. Heeft u ooit een aanbieding gehad?

“Toen ik bij Moeskroen trainer was, kon ik bondscoach worden. Maar ik vond dat nog te vroeg. In die tijd speelden de Rode Duivels slechts drie of vier wedstrijden per jaar waardoor ik beleefd heb bedankt voor die job. Ik hoopte natuurlijk dat de aanbieding later nog eens ging komen, maar dat was jammer genoeg niet het geval. Ik had de opvolger van Robert Waseige kunnen zijn.”

“Ik zou graag met deze generatie willen werken. Als Wilmots mij had gevraagd als hulptrainer had ik misschien wel  ‘ja’ gezegd. Deze groep is zo getalenteerd. Ik was verrast dat Borkelmans de T2 werd, maar ik vond het niet vreemd. Ik vind het ook schitterend dat de bond Wilmots zelf zijn T2 heeft laten kiezen”, aldus Broos.

“In het verleden heb ik vaak keuzes moeten maken. Toen ik naar Genk ging, kon ik ook naar Lokeren en Lierse wou mij ook toen ik voor Moeskroen tekende. Ik heb altijd keuze gehad, tot twee jaar geleden. Misschien dat mijn buitenlands avontuur op dat vlak niet goed was voor mijn carrière.”

U heeft verschillende clubs getraind. Had u liever heel uw carrière bij één club gezeten zoals Dury of op Europees vlak Ferguson?

“Bij een topclub zou ik zeker heel mijn leven zijn gebleven als dat mogelijk was. Bij Moeskroen was ik ook langer gebleven als er geen financiële problemen waren. Ik voelde op een zeker moment dat het op was en toen kwam het aanbod van Anderlecht. Dan twijfelt je niet en trek je met veel plezier naar paars-wit. Maar ik heb echter nog nooit zo fijn gewerkt als bij Moeskroen. Club Brugge was het meest relax, maar ik heb me nog nooit zo goed geamuseerd als bij Moeskroen.”

“Ik voel me echter wel het meest verbonden met Club Brugge. Ik heb als speler en als trainer mijn carrière gemaakt bij Club en ik ben door de jaren heen blauw-zwart geworden.”

De financiële situatie van de Belgische clubs ziet er al langer niet rooskleurig uit.

“Dat is slechts bij een klein gedeelte van de eersteklassers, maar tweede klasse is inderdaad op financieel vlak niet leefbaar. De bond moet vooral ook eens nadenken over hun licentiesysteem. Zij moesten toch ook geweten hebben dat Beerschot in de problemen zat, en toch mocht Vannoppen nog vijf of zes transfers doen in de winter. Dat kan eigenlijk toch niet.”

“De situatie van WS Woluwe is ook vreemd. Ze zijn failliet, twee dagen later komt er een investeerder en alles is opgelost waardoor ze toch de eindronde mogen spelen.”

Was u als Vannoppen het vroeg bij Beerschot trainer geworden na Koster?

“Waarom niet, als ik de situatie volledig wist misschien niet, maar dat weet je altijd pas achteraf. Ik wil nu zo snel mogelijk opnieuw trainer worden of een andere functie bekleden in een club.

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties