Het rampzalige seizoen van Anderlecht in verontrustende cijfers
Voor Anderlecht kan 2018 niet snel genoeg voorbij zijn. Het maakt nog kans om meer verlies- dan winstpartijen te halen en in de Beker en Europa moest paars-wit met het schaamrood op de wangen afdruipen. Hier zijn enkele cijfers waarvan elke Anderlecht-fan van zijn stoel valt.
De sportieve resultaten zijn een club als Anderlecht onwaardig. Ze doen eerder denken aan die van een ploeg die een veilig seizoen in de middenmoot wil draaien en dan boven de verwachtingen presteert. Anderlecht speelde 45 wedstrijden met inzet en won er daar 17 van terwijl het er 18 verloor. Tien keer speelden de hoofdstedelingen gelijk.
'Break-even'
De twee wedstrijden die Anderlecht dit seizoen nog resteren moeten dus gewonnen worden om meer winst- dan verliespartijen te halen. Met Moeskroen en Waasland-Beveren op het programma is dat haalbaar.
De doelpuntenbalans van 2018 is ook niet positief, maar om het in economische termen uit te drukken ‘break-even’. 65 keer vond Anderlecht de weg naar de netten en 65 keer kreeg het een tegendoelpunt te verwerken.
Het Anderlecht-publiek verwacht mooi voetbal en pakt graag uit met zeges tegen de andere Belgische topclubs. Het speelde dit jaar 16 keer tegen de vier andere G4-ploegen en daarvan kon het maar 5 keer winnen. Alleen tegen Standard speelde het gelijk (3-3), dus dat betekent dat er in totaal negen keer werd verloren van een traditionele topclub.
Ten slotte is er nog de desastreuze Europese campagne van Paars-Wit. Anderlecht sprokkelde drie punten na drie draws waarin het slechts twee keer kon scoren. In de overige drie wedstrijden ging het telkens onderuit zonder te scoren.
Nochtans werd er op de transfermarkt geen geld en moeite gespaard om de kern flink te versterken. Kwalitatief gezien bleken veel nieuwe spelers niet aan de hoge verwachtingen te voldoen waardoor ze ook financieel in waarde zakken.
Marc Coucke kon in de winter geen transfers doen, dus moest hij in de zomer maar werken aan het ‘nieuwe Anderlecht’. Al snel werd duidelijk dat hij twee spelers van KV Oostende, zijn vorige club, mee naar de hoofdstad zou nemen. Naar verluidt legde Anderlecht ongeveer vijf miljoen op tafel voor Milic en Musona samen.
Naast Milic arriveerden er nog enkele verdedigers op het Astridpark. Lawrence werd gehaald voor een klein half miljoen, KV Mechelen ontving 3 miljoen voor Cobbaut, Vranjes kwam voor ongeveer hetzelfde bedrag maar de duurste vogel was natuurlijk Sanneh die maar liefst 8 miljoen kostte. En dan was er nog Makarenko met wie er al een tijdje een akkoord was en waar paars-wit 1,2 miljoen voor over had.
Maar niet alleen de achterlinie moest versterkt worden. De aankoopoptie van Saief (3,7M) werd gelicht, Didillon (2,2M) kwam Sels in doel vervangen, Bakkali (1,2M)moest voor de nodige creativiteit zorgen, Adzic (0,8M) en Abazaj (0,75M) werden aangetrokken en ten slotte werd Dimata gehuurd van Wolfsburg voor nog eens een half miljoen.
Alles samen: 33 miljoen euro. Terwijl de uitgaande transfers samen goed waren voor 17,5 miljoen euro. Al zitten daar natuurlijk nog wel spelers zoals Dendoncker en Thelin tussen die worden verhuurd met een serieuze afkoopsom in het contract. Die 17,5 miljoen zal nog wel wat aandikken, maar ondertussen is de transferwaarde van het ingekochte materiaal wel stevig aan het afnemen.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief